De lage rente en het opkopen van schuldpapier zijn middelen van de ECB in de strijd tegen de lage inflatie in de eurozone. ECB-baas Mario Draghi liet in een toelichting op het rentebesluit weten dat er inmiddels wel meer vertrouwen is dat het voorzichtig de goede kant op gaat met de prijsontwikkeling. Maar hij waarschuwde tegelijk dat de economische vooruitzichten en de inflatie zelf nog wel erg afhankelijk zijn van de steun van de ECB.

Het huidige opkoopprogramma van 60 miljard euro per maand liep in principe nog tot eind dit jaar. De ECB heeft er nu voor gekozen om in ieder geval tot eind september volgend jaar door te gaan met het opkopen van obligaties. Met ingang van januari zal het bedrag dat daaraan wordt besteed halveren tot 30 miljard euro.

De centrale bank blijft de situatie voorlopig nauwlettend in de gaten houden. Mocht dat nodig zijn dan kan het opkoopprogramma ook worden uitgebreid, in omvang of door middel van verlenging. In Frankfurt wordt ook met een schuin oog gelet op de ontwikkelingen in Catalonië, al vindt Draghi het te vroeg om te kunnen zeggen of de onrust in deze Spaanse regio een risico voor de financiële stabiliteit is.

Een renteverhoging zit er voorlopig nog niet in. Dat ligt nog „ver voorbij de horizon” van de maatregelen rond het aankoopprogramma, aldus Draghi. De herfinancieringsrente blijft dus staan op 0 procent, wat betekent dat banken gratis geld kunnen lenen bij de centrale bank. De depositorente wordt gehandhaafd op min 0,4 procent, waardoor banken geld toeleggen op de middelen die ze bij de ECB stallen.

De ECB begon in 2015 met het massaal opkopen van obligaties om de economie in de eurozone aan te jagen. Op het hoogtepunt van het programma ging het om 80 miljard euro per maand.