Waarom de zondag een vreugdevolle dag is
Wie deze korte geschiedenis van de zondag gaat lezen in de veronderstelling daar een krachtig pleidooi te vinden tegen de toenemende ontheiliging van de zondag, komt teleurgesteld uit. Het betreft een historische studie. Hoe hebben christenen over deze dag gedacht en hoe hebben zij deze dag door de eeuwen heen onderhouden?
Op de achterzijde van het boek worden we summier geïnformeerd over de auteur, maar Wikipedia levert meer informatie op. Deze zomer is Justo González tachtig jaar geworden. Hij is een Amerikaanse methodistische kerkhistoricus van Cubaanse afkomst die veel heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van de theologie in Latijns-Amerika.
Na een inleidend hoofdstuk over kalenders en tijdrekening in de oudheid volgen nog zestien hoofdstukken, die in vier delen verdeeld zijn: de tijd vóór keizer Constantijn, van Constantijn tot het einde van de oudheid, de middeleeuwen en ten slotte de periode die niet minder dan vijf eeuwen beslaat: van de Reformatie tot heden.
González begint met de vraag welke namen aan de dagen werden gegeven. De aanduiding ”dag des Heeren” voor de eerste dag van de week komen we voor het eerst in Openbaring 1:10 tegen. In Handelingen 20 lezen we over een vroegchristelijke samenkomst „op de eerste van de week.” De auteur gaat ervan uit dat Lukas de Joodse traditie volgt en dat deze dag begon na de zonsondergang van de sabbat – dus onze zaterdagavond. Na de sabbatsviering in de synagoge konden deze christenen aansluitend samenkomen om het brood te breken. Uitleggers verschillen van mening over de vraag of Lukas inderdaad de zaterdagavond op het oog heeft of toch de zondagavond. In ieder geval is duidelijk dat de dag des Heeren in de eerste eeuwen van de kerk geen vervanging van de sabbat is.
Zowel de Joodse als de christelijke traditie rekent niet met een eindeloze herhaling van de weekcyclus. Er zal een dag komen waarop de toekomende eeuw aanbreekt. De eerste dag van de week, waarop christenen de opstanding van Jezus vieren, is ook de achtste dag (na een week die voorbijgegaan is) die vooruitwijst naar de jongste dag en de eeuwige rust. Indrukwekkend is dit verwoord door de kerkvader Augustinus: „Daar zullen wij rusten en zien, zullen wij zien en liefhebben, zullen wij liefhebben en lofprijzen.”
Opstanding
González slaagt erin op een heldere manier de geschiedenis van de zondag voor het voetlicht te brengen en het vreugdevolle karakter van de vroegchristelijke zondagsviering te onderstrepen. In het vierde deel valt op dat hij slechts oog heeft voor de ontwikkelingen in de Engelse kerk en in Noord-Amerika. Om een voorbeeld te noemen: wat de Heidelbergse Catechismus zegt over de zondag („op de sabbat, dat is op de rustdag”) en de sabbatsstrijd die in de zeventiende eeuw in Nederland gewoed heeft, worden zelfs niet genoemd. Wel heeft de auteur oog voor de liturgische en theologische ontwikkelingen in de Rooms-Katholieke Kerk na het Tweede Vaticaans Concilie in de jaren zestig van de vorige eeuw.
In een beknopt slotwoord wordt duidelijk welke positie González zelf inneemt ten aanzien van de zondag. De zondag is niet een soort christelijke sabbat, maar dient gevierd te worden als de dag van de opstanding van Christus. Degene Die opgestaan is op de eerste dag van de week is ook Degene Die alle dingen gemaakt heeft en nu werkt aan de nieuwe schepping.
Boekinfo
A Brief History of Sunday: From the New Testament to the New Creation, Justo L. González; uitg. Eerdmans, Grand Rapids, 2017; ISBN 978 0 8028 7471 9; 166 blz.; $ 16,-.