Chinezen dood door aanslag in Afghanistan
Zeker elf Chinese bouwvakkers zijn donderdag in het noorden van Afghanistan gedood door een terroristische aanval. Dat meldde het Chinese persbureau Xinhua. Volgens een woordvoerder van de door de NAVO geleide vredesmacht in Afghanistan raakten zeker zestien bouwvakkers gewond.
De aanval had plaats in de noordelijke provincie Kunduz, ongeveer 250 kilometer ten noorden van de hoofdstad Kabul. Volgens een woordvoerder van de Chinese ambassade in Kabul openden twintig gewapende mannen het vuur op de bouwvakkers. Veiligheidsbeambten beantwoordden het vuur maar het is niet bekend of er aan de kant van de aanvallers slachtoffers zijn gevallen.
Op de bouwplaats waren rond de honderd Chinezen aan het werk, van wie er veel pas sinds dinsdag in Afghanistan waren. Zij hielden zich in opdracht van de Afghaanse regering bezig met herstelwerkzaamheden aan een weg.
Het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken heeft van de Afghaanse regering een onderzoek naar de zaak geëist. Peking liet weten dat het niet van plan is Chinese werknemers uit Afghanistan terug te halen.
Vorige week kwamen in het noordwesten van Afghanistan vijf buitenlandse hulpverleners, onder wie een Nederlandse medewerker van Artsen zonder Grenzen, om toen hun auto onder vuur werd genomen. De aanval werd opgeëist door de Taliban, de voormalige fundamentalistisch islamitische machthebbers in Afghanistan. Een zegsman van de fundamentalisten ontkende donderdag dat de Taliban achter de aanslag op de Chinese arbeiders zitten.
Het noorden van Afghanistan gold tot dusver als redelijk veilig en stabiel. Vooral het zuiden en zuidoosten van het land hebben geregeld te kampen met geweld van militante moslimextremisten. In de stad Kunduz zijn ongeveer tweehonderd Duitse militairen gelegerd.