De herziening gaat over vier jaar in de hele EU gelden, maar geldt vooralsnog niet voor de transportsector. Het akkoord dat de EU-ministers van Sociale Zaken afgelopen nacht in Luxemburg bereikten, betekent dat bijvoorbeeld een Poolse timmerman die tijdelijk naar Nederland komt hetzelfde loon moet krijgen als de Nederlandse collega met wie hij samenwerkt. Ook alle extra vergoedingen zoals een dertiende maand moeten betaald worden. De detacheringsperiode is beperkt tot twaalf maanden, maar kan eventueel met zes maanden worden verlengd.

Minister Asscher heeft zich sinds 2013 ingezet voor dezelfde beloning voor hetzelfde werk op dezelfde werkplek in de EU.

De bestaande wet uit 1996 wordt nu vaak door werkgevers in de EU misbruikt om goedkoop personeel in te huren uit landen waar de lonen een stuk lager liggen, zoals Polen en Bulgarije. Dit gebeurt vooral in de bouw, de verwerkende industrie en het wegvervoer.

EU-parlementariër Jongerius (PvdA) vindt het teleurstellend dat de ministers het niet eens konden worden over de transportsector. „Het gevaar van uitbuiting en oneerlijke concurrentie in die sector is nog niet opgelost.”

De christelijke vakorganisatie RMU noemt het akkoord „fantastisch nieuws.” Woordvoerder Chris Baggerman: „Dit zet vanaf 2021 een rem op de grenzeloze flexibilisering en verstevigt de arbeidsvoorwaardelijke positie van de Nederlandse werknemer, maar uiteindelijk ook die van zijn buitenlandse collega.”

Op dit moment is er volgens Baggerman geen sprake van een gelijk speelveld. „Werknemers in vaste dienst moeten concurreren met een snel groeiende groep flexkrachten en zzp’ers uit vooral Oost-Europese landen, die voor een appel en een ei in Nederland aan de slag gaan. Het is cruciaal dat buitenlandse werknemers niet alleen meer het minimumloon krijgen, wat nu al verplicht is, maar het cao-loon.”

Volgens CNV-voorzitter Maurice Limmen zijn gedetacheerde werknemers uit andere EU-landen straks onder de nieuwe Europese regels nog steeds fors goedkoper dan Nederlandse werknemers. Volgens hem zijn in het akkoord nog heel wat zaken niet aangepakt.

Limmen: „Sociale premies kunnen nog 24 maanden lang in het thuisland worden betaald. Ook pensioen is uitgezonderd, in Nederland een substantieel deel van het loon. Zo blijft de perverse prikkel van goedkopere arbeid uit met name Oost-Europa bestaan.”

Limmen ergert zich er evenals EU-parlementariër Jongerius aan dat er een uitzondering is gemaakt voor de transportsector. „Juist in een van de sectoren waar de situatie het meest schrijnend is wordt er niet doorgepakt.”