Consument

Verdwijnt de kleine wijnboer langs de Moezel?

Zelfs voor een geheelonthouder is de wijnoogst op de hellingen langs de Moezel een fraai schouwspel. Het afknippen van de trossen met een snoeischaar, het legen van de emmers, de afvoer van de oogst met stokoude trekkers. Hoelang is het nog te zien?

13 October 2017 15:47Gewijzigd op 16 November 2020 11:42
beeld Huib de Vries
beeld Huib de Vries

Uitgerust als alpinisten klimmen we door de verlaten straatjes van Senheim, een wijndorp halverwege de Moezel. Onze voetreis via de Moselsteig moet duidelijk maken of de kleine wijnboer hier nog toekomst heeft.

Een houten bord attendeert op het wijnmuseum. Het dankt zijn bestaan aan Franz Dieter Schlagkamp: wijnboer, verwoed verzamelaar van alles wat met wijnbouw te maken heeft, regionaal politicus en enthousiast promotor van de Moezel. Vanaf 1979 combineerde hij die taken met het burgemeesterschap van Senheim.

Vanwege antisemitische uitlatingen moest Schlagkamp in 1993 het veld ruimen, maar de bewoners van de streek blijven hem eren als een visionair. In 2014 kwam onverwachts zijn einde. Zijn collectie had hij al ondergebracht in een museum. Zijn ideeën om de wijnhellingen in stand te houden, zijn door anderen overgenomen. Zo kwam hij op de gedachte om de wijnstokken op de berg achter zijn huis te verpachten: een vroege vorm van crowdfunding. Die maakt het ook voor mensen met weinig kapitaal mogelijk om een nieuwe wijngaard aan te leggen.

Onze bestemming is niet het museum, maar de Moselsteig. De 365 kilometer lange wandelroute, die in de zomer van 2013 gereedkwam, voert in 24 etappes van het Duits-Franse grensstadje Perl naar Koblenz, waar de Moezel de Rijn in vloeit. Onze voetreis, goed voor zo’n 20 kilometer, loopt van Senheim naar Cochem.

Versplinterd

Met grote lussen meandert de rivier hier tussen het gebergte. De wijngaarden liggen in terrasvorm tegen de hellingen. Door vererving waren veel percelen in de tweede helft van de 20e eeuw dusdanig versplinterd dat elke efficiëntie in de bedrijfsvoering zoek was. Op initiatief van de Raiffeisenbank kwam het tot ruilverkaveling. Toch bezitten zelfs kleine wijnboeren nog zomaar vier, vijf percelen, verdeeld over verschillende dorpen.

Tussen de regenbuien door zorgt het breken van de bewolking voor bundels licht die het groen op de hellingen een diepe glans geven. Zo nu en dan bereikt de weeë geur van rottende druiven onze neus. Op de helling onder ons zijn seizoenarbeiders aan het oogsten, met snoeischaar en emmer. De volle emmers worden geleegd in de oogstwagen op een lager gelegen pad.

Voor het overbruggen van langere afstanden is een hoge container beschikbaar, nauwelijks te onderscheiden van een kliko voor groenafval. Het opvallendste verschil zijn de draagbanden. Een oude baas brengt het geval met een even simpele als ingenieuze installatie op schouderhoogte, zodat hij de gevulde container zonder te bukken op de rug kan nemen. Behoedzaam loopt hij met zijn last naar de oogstwagen.

Aziatische fruitvlieg

Dankzij de Europese Unie mogen de Moezelboeren ook weer rode druiven verbouwen. Dat was lange tijd bij wet verboden, om de productie van rode wijn elders in Duitsland te beschermen. Vooral de donkerrode Dornfelder is hier populair. Het enthousiasme voor de teelt ervan wordt sinds enkele jaren getemperd door de Aziatische fruitvlieg, die zich ook in Europa heeft gesetteld. Het wijfje deponeert via haar legboor het legsel in onrijp rood fruit, waar de eitjes uitgroeien tot fruit etende larfjes. Een ploegbaas toont de gevolgen. Bijna de helft van de door hem afgeknipte tros is aangevreten. De vlieg heeft dit jaar niet overal zo huisgehouden, weet hij. De strenge vorst in het voorjaar heeft wel alle wijnboeren getroffen, net als de overvloedige regenval in de nazomer.

Vanaf Mesenich gaat het geleidelijk omlaag naar het dorpje Briedern. Op het licht glooiende wijnveld onder aan de helling rijdt een druivenoogstmachine. De eigenaar van het perceel kijkt vanaf de zijkant toe. Nee, hij heeft geen groot ”Weingut”, zoals de machine doet vermoeden. De neerslag en de ongunstige weersvooruitzichten dwingen hem om snel te oogsten. Vandaar dat hij de machine heeft besteld. De chauffeur gunt zich geen tijd om me te woord te staan. Van zonsopkomst tot zonsondergang is hij deze week druk. Om ervoor te zorgen dat 2017 niet als een dramatisch wijnjaar in de boeken komt.

Doornroosje

Een smal pad door het Briederner Schweiz brengt ons bij Beilstein, volgens reisgidsjes het ”Doornroosje van de Moezel”. Het middeleeuwse stadje in een kom tussen steile hellingen is inderdaad een parel. Van de wijnbergen buiten Beilstein zakken we af naar Fankel, waar wijnboer Hans Peter Otto bezig is met het oogsten van witte druiven. Handmatig, met een groepje helpers. Veel collega’s werken met Roemenen en Tsjechen, maar Otto geeft de voorkeur aan eigen volk. Senioren die hij door en door kent.

De opbrengst van zijn één hectare grote ”Weingut” ligt dit jaar zo’n 50 procent lager dan vorig jaar, schat hij. „De druiven zijn wel rijp, maar de hoeveelheid sap is beperkt. Ze hebben nog een paar weken zon nodig. We moeten vroeg oogsten omdat ze anders door de vochtigheid gaan rotten.” Gelaten haalt hij de schouders op. „Dat is het risico van dit vak.”

Een steile klim brengt ons bij het honderden meters hoger gelegen Valwigerberg. Daarna zakken we geleidelijk af naar Cochem. Voor ons ligt de Reichsburg, de mascotte van de Moezelstreek. In Cochem pakken we de bus naar het tweelingdorp Ellenz-Poltersdorf. Voor een bezoek aan Alfred Müntenich, woonachtig in een pand aan de Moselweinstrasse. Met gepaste trots toont de wijnboer het lokaal voor proeverijen, de oude wijnkelder, de opslagruimte voor de flessen, de productieruimte en de schuur met het landbouwgerei. Het kleine trekkertje voor het werk in de wijngaard is twintig jaar oud. De grote trekker, voor het transport van de oogstkar, dateert uit 1961. „Die heeft niets te lijden”, lacht de wijnbouwer.

Hellingen

Opa Müntenich had een schildersbedrijf. Oma kreeg bij haar huwelijk een stuk wijnhelling van haar ouders mee. Aan het eind van de jaren 50 besloot vader Müntenich het schildersbedrijf te verwisselen voor wijnbouw. In de loop der jaren breidde hij het bedrijf wat uit. Toen Alfred het overnam, omvatte Weingut Müntenich ruim 2 hectare, verdeeld over wijngaarden bij Fankel, Beilstein, Ellenz, Poltersdorf en het 15 kilometer verderop gelegen Klotten. „Daarnaast pachtten we een kleine hectare. Opa en oma en vader en moeder leefden nog, dus ik was weinig kwijt aan loonkosten.”

Na het overlijden van de oude generatie stootte Alfred het pachtland af. Zijn eigen bezit bracht hij terug tot 1,7 hectare, zodat hij alleen voor de oogst seizoenkrachten hoeft in te huren. Dit jaar twee gepensioneerde Poolse mannen en een Poolse huisvrouw. Een opvolger heeft hij niet. Bij veel collega’s met een bedrijf van dezelfde omvang is het net zo. „De kleine wijnbouwers verdwijnen, de grote worden groter. Verderop zijn er al met 25 hectare. Het probleem voor ons is dat die niet in de wijnhellingen geïnteresseerd zijn. Ze willen alleen de vlakke delen, die ze machinaal kunnen bearbeiden. De hellingen mogen we houden.” Als het zo doorgaat, verdwijnt de wijnbouw op de hellingen, vreest de wijnboer uit Ellenz. „Terwijl die de streek juist zo attractief maakt.” Het handmatig oogsten ziet hij niet teloorgaan. „Een machine is ideaal als je de druiven snel binnen moet hebben, maar hij is niet in staat eerst de slechte druiven te verwijderen.”

Optimistisch

Helmut Preuss, handelaar in exclusieve wijnen en sterke drank, betwijfelt of de wijnbouw op de hellingen zal verdwijnen. Illustratief is voor de ondernemer uit Ellenz de revival van de wijnbouw op de Calmontberg tussen Ediger en Bremm. Vijf zestigplussers die nooit in de wijnbouw hadden gezeten, besloten de steilste wijnberg van Europa weer te laten beplanten. „Door een goede marketing werd hun product in korte tijd een begrip. De wijn van de hellingen is beter dan die van de vlakke grond. Jonge wijnbouwers die voor kwaliteit gaan, kunnen nu voor weinig geld een helling kopen en daar exclusieve rassen gaan telen. Zo moet het mogelijk blijven ook deze percelen commercieel te exploiteren. Je hebt daar niet in de eerste plaats geld voor nodig, maar goede ideeën en doorzettingsvermogen.”

En die zijn bij de jonge generatie aanwezig, verzekert Preuss. „Vroeger gingen veel mannen de wijnbouw in omdat hun vader dat verwachtte. De jongeren die er nu voor kiezen, zijn zeer gemotiveerd en hebben vaak een uitstekende opleiding gehad. Onlangs zag ik op de televisie een 21-jarige vrouw die haar vader zo ver had gekregen dat hij zijn wijngoed had omgevormd tot een ecologisch bedrijf. Ze had nog tal van andere revolutionaire ideeën. Zolang we dit soort mensen hebben, zie ik de wijnbouw ook op de hellingen niet verdwijnen.”

Wijnbouw aan de Moezel

Het waren de Romeinen die rond het begin van de christelijke jaartelling de wijnbouw in de Moezelstreek introduceerden. Aan het begin van de 16e eeuw bereikte die daar zijn hoogtepunt, met een areaal van in totaal 300.000 hectare. Daarna ging het snel bergafwaarts met de productie, door de kleine ijstijd, de Duitse Boerenoorlog en de Dertigjarige Oorlog. Aan het eind van de 17e eeuw kwam er een kentering ten goede, maar in de tweede helft van de 19e eeuw ging het opnieuw mis door de opmars van de druifluis. Ook twee wereldoorlogen waren niet bevorderlijk voor de sector. Pas in de jaren 50 van de 20e eeuw herstelde de wijnbouw in de Moezelstreek zich. De opbrengst per hectare nam toe door de aanplant van productievere rassen, betere productiemethoden en het systematisch bestrijden van ziekten. Het bespuiten van de wijnstokken op de hellingen gebeurt de laatste twintig jaar door helikopters, die de wijnboeren gezamenlijk inhuren. Ongeveer de helft van de percelen ligt tegen de berghellingen, met een steilte tot 70 procent. Het totale areaal ligt momenteel rond de 10.000 hectare.

Alpinisme op een wijnberg

De Moezelstreek is niet alleen mooi, maar ook dichtbij. De afstand Cochem-Apeldoorn is slechts 300 kilometer. Een aanrader voor geoefende lopers zonder hoogtevrees is de Calmont Klettersteig. De rondwandeling voert over de steilste wijnberg van Europa en biedt schitterende vergezichten. Het lopen tussen de stokken geeft een beeld van de moeite die wijnboeren zich moeten getroosten om ook op steile hellingen wijnbouw te bedrijven. Een goed vertrekpunt is de parkeerplaats naast de spoorbrug van Eller.

Goed en goedkoep

Witte Moezelwijn, waaronder de bekende Riesling, heeft een laag alcoholpercentage (8,5 procent), is fruitig van smaak en billijk van prijs. In supermarkten betaal je voor een fles van een liter vaak nog geen 4 euro. Dornfelder (11 procent), ook zoet en herkenbaar aan zijn diepdonkere kleur, is een prima keuze bij stevige vleesgerechten. Deze wijn, meestal aangeboden in flessen van 750 cc, kost circa 7 euro per liter.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer