Kamer geschokt door hbo-fraude
De Tweede Kamer is geschokt door het accountantsrapport van minister Hermans over de fraude met studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs. Verschillende fracties denken dat er meer aan de hand is dan nu naar buiten is gekomen.
De PvdA vindt dat de geloofwaardigheid van de bewindsman er niet beter op is geworden. Volgens het PvdA-kamerlid Hamer heeft Hermans te laat actie ondernomen: „Hij had beloofd om tegelijkertijd met het accountantsrapport een overzicht naar de Kamer te sturen waaruit moest blijken wanneer de bewindsman van wat op de hoogte was. Dat relaas zat er niet bij.”
Hamer denkt dat er veel meer aan de hand is dan nu naar buiten is gekomen. Ook CDA en D66 zijn daar bang voor. Deze partijen vinden het een gemiste kans dat niet onderzocht is of de rest van het hoger onderwijs zich wel aan de regels houdt. „Daarmee kan de minister verdere problemen vóór zijn in plaats van opnieuw achter de feiten aan te lopen”, aldus de CDA’er Eurlings. „Dit is de helft van het verhaal”, zo denkt het D66-kamerlid mevrouw Lambrechts.
Het VVD-kamerlid mevrouw De Vries is het niet eens met deze kritiek. Ze vindt dat Hermans, die ook lid is van de VVD, correct te werk is gegaan. Het is naar het oordeel van De Vries terecht dat Hermans de dertig miljoen euro die de zes hogescholen ten onrechte hebben opgestreken, terugvordert.
De SP ziet de vermarkting van het onderwijs als belangrijkste reden van de problemen. Het SP-kamerlid Van Bommel wil een heldere scheiding tussen onderwijsinstellingen die geld krijgen van het rijk en commerciële organisaties.
ChristenUnie-kamerlid Slob vindt de fraude „onverteerbaar”, temeer omdat de zes betrokken hbo-instellingen hun collega’s indirect financieel benadeelden. Slob vindt dat Hermans de fraude eerder had moeten constateren. Ook een medewerker van de SGP-fractie legde daar woensdag de vinger bij: „De minister treedt nu wel adequaat op, maar de vraag is of dat niet te laat is.”