Binnenland

Advocaat vraagt vrijspraak voor Laura H.

Advocaat Michiel Pestman van jihadverdachte Laura H. wil dat het Openbaar Ministerie (OM) in het proces niet-ontvankelijk wordt verklaard. Het OM heeft in zijn ogen bewijzen tegen H. onrechtmatig verkregen. Als de rechtbank dat te ver vindt gaan, dan wil hij vrijspraak dan wel ontslag van rechtsvervolging voor zijn cliënte.

ANP
13 October 2017 13:31Gewijzigd op 16 November 2020 11:42

De advocaat vindt dat de 21-jarige H. geen relevante bijdrage heeft geleverd aan de terreurorganisatie IS. „Ze wilde en wil er niets mee te maken hebben.” Het OM heeft bijna drie jaar cel tegen haar geëist, waarvan twee jaar voorwaardelijk, vanwege deelname aan de radicaalislamitische terreurgroep en voorbereidingen voor terrorisme. Omdat ze al een jaar in voorarrest zat, zou ze niet terug de cel in hoeven.

Volgens Pestman wist H. in september 2015 echt niet dat ze naar het strijdgebied zou gaan met haar man Ibrahim en twee jonge kinderen. Het OM beweert van wel, maar baseert zich op onbetrouwbare getuigen, zei de raadsman. Eenmaal daar voelde ze zich in de maling genomen en wilde ze al snel weg. Ze speelde huisvrouw en alleen aanwezigheid is niet strafbaar, stelde de raadsman. Daarnaast zijn de langdurige mishandelingen door haar man reden om haar te ontslaan van rechtsvervolging, vindt hij.

Het lukte H. om in juli 2016 met haar kinderen weg te komen uit het kalifaat. Ibrahim bleef gewond achter bij de grens. Pestman hield voor de extra beveiligde rechtbank in Rotterdam een lang betoog over de schimmigheden rond haar vlucht. Het komt erop neer dat naast dubieuze contactpersonen ook de overheid er via een omweg bemoeienis mee had. Volgens hem wilde de overheid informatie krijgen over haar man en was het niet de bedoeling haar te helpen.

Door al deze verwikkelingen kwam H. in gevaar tijdens haar vlucht, aldus Pestman. „Alle betrokkenen verhullen het vluchtverhaal. Mede daardoor bleef het OM lang vasthouden aan het zwartste scenario dat H. hier een aanslag zou willen plegen.” Het liefst wil hij topambtenaren en de minister van Veiligheid en Justitie als getuigen oproepen. Het OM ging er niet op in en stelde dat de vlucht ook niet relevant is voor de aanklacht.

H. zelf zou het onrechtvaardig vinden als ze veroordeeld wordt. „Ik ben geen slecht mens en heb niemand wat aangedaan.”

De rechtbank doet op 13 november uitspraak.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer