Dure verhuizing uit Gazastrook
De eventuele ontruiming van de Gazastrook gaat de Israëlische belastingbetaler aanzienlijk meer dan 1 miljard euro kosten.
Het Israëlische dagblad Ha’aretz heeft dinsdag berekend dat de 2000 Joodse families die zich er in strijd met het internationaal recht hebben gevestigd, mogelijk bijna 1 miljard euro opstrijken voor hun verhuizing terug naar Israël. De extra veiligheidsmaatregelen rond de terugtrekking kosten zeker 0,4 miljard euro.
Deskundigen hebben volgens Ha’aretz geschat dat een kolonistenfamilie op gemiddeld zeker 250.000 euro kan rekenen. Het bedrag dat mogelijk wordt uitgekeerd, hangt wel af van het aantal kinderen, de omvang en de waarde van de bezittingen in de Gazastrook, de tijdsduur die een ontvanger in de strook heeft gewoond en van de prijs die voor vervangende goederen in Israël moet worden betaald.
De regering heeft een speciale ploeg samengesteld die aan het rekenen is geslagen. Het enige voorbeeld van dit team had de ontruiming van nederzettingen begin jaren tachtig in Egypte moeten zijn. Dat voorbeeld bleek echter van weinig praktische waarde.
Destijds was wel onderzoek gedaan naar de uit te keren vergoedingen, maar de premier van destijds, Menachem Begin, bleek er niet in geïnteresseerd. Hij loste de kwestie in 1981 simpel op. Begin zei dat de kolonisten uit de Sinaï konden krijgen wat ze vroegen. Deze gulheid was mogelijk mede geïnspireerd op het feit dat de Verenigde Staten een groot deel van de ontruiming van de Sinaï hebben betaald. Een van de betrokkenen bij het huidige onderzoek zei tegen Ha’aretz dat er geen garantie is dat het niet weer precies zo gaat.
De berekeningen gaan vooralsnog uit van 250.000 euro per gezin als vergoeding. Daarbij zijn echter tal van andere kosten niet inbegrepen. Zo zal de Israëlische overheid waarschijnlijk apart vergoedingen uitkeren voor gederfde inkomsten uit (verloren) werk in Gazastrook en geld spenderen aan het creëren van banen voor de terugkerende kolonisten.