Nog meer gifgrond in Veenendaal
De aanleg van de Oostelijke Rondweg in Veenendaal loopt mogelijk nog meer vertraging op, nadat dinsdag een nieuw geval van bodemverontreiniging is ontdekt. Maandag werd al bekend dat een kavel waarop de christelijke gereformeerde Pniëlkerk wil gaan bouwen, ernstig is vervuild.
De verontreiniging is geconstateerd op een terrein waar vroeger een ijsbaan was. Medewerkers van een aannemingsbedrijf zeggen zich ernstig zorgen te maken over de voortgang van het project als er niet binnen enkele weken duidelijkheid is over een plan van aanpak.
Volgens medewerkers ter plaatse is de vervuiling reeds begin april geconstateerd, maar is er nog steeds geen duidelijkheid over de mate van de verontreiniging. Zij zeggen dat er met een eventuele sanering „vele tonnen” gemoeid zullen zijn. Er zouden bij proefnemingen onder meer stukken muur van 3 bij 2 meter in de grond zijn gevonden.
De grond is lange tijd in bezit geweest van D. van der Meijden. Volgens hem is de grond destijds met toestemming van de gemeente met puin opgehoogd. Dat was nog voordat hij er eigenaar van werd.
Een woordvoerder van de gemeente wil niet meer zeggen dan dat er een aanvullend bodemonderzoek nodig is voordat bedragen en omvang van de vervuiling bekend kunnen worden gemaakt. De gemeenteraad wordt pas in september over de kwestie ingelicht.
Dinsdag werd bekend dat het perceel aan het Benedeneind waarop de christelijke gereformeerde Pniëlkerk in Veenendaal een nieuw bedehuis wil bouwen, is vervuild met asbest, puin en chemicaliën. De gemeente is van plan over het perceel een ontsluitingsweg te laten lopen. De grond is nu nog in handen van Van der Meijden.
Het college van B en W buigt zich komende dinsdag over het starten van een onteigeningsprocedure. De bodem is vermoedelijk al vele jaren vervuild. Het gemeentebestuur had al een koopovereenkomst met Van der Meijden gesloten, maar schortte die op toen bekend werd dat de grond niet schoon werd opgeleverd. De kosten voor een sanering worden geschat op 320.000 euro.