Column: Elkaar om hulp vragen, is smeerolie voor een goede relatie
De man moest een schilderij ophangen. Maar hoe hij ook zocht, hij kon zijn hamer niet vinden. Daar stond hij nu, een spijker in de hand. Hij zou naar zijn buurman gaan. Die had wel een hamer. Terwijl de man zijn jas aantrok, schoot nog wel even door hem heen dat de buurman nogal zuinig was op zijn spullen. Zou hij zijn gereedschap wel uitlenen?
De man trok de voordeur open. Zijn buurman was trouwens niet zo gemakkelijk. Vorige week nog had hij gemopperd over de bladeren van de bomen van de buren die op zijn erf terechtkwamen. Hij kon het allemaal maar weer opvegen. Nou ja, niet gevraagd is altijd mis.
De man liep naar buiten. Gek eigenlijk dat de buurman hem gisteren bij de bouwmarkt helemaal niet had gegroet, toen hij bij de kassa stond. Zou het iets te maken hebben met het feit dat hij niet op diens verjaardag was geweest? Maar ja, als je zo moe bent. Je moet toch zelf weten of je naar een verjaardag gaat of niet.
Waarschijnlijk had de buurman hem zijn afwezigheid wel kwalijk genomen. Zo is-ie wel! En dan bewust niet groeten. Om hem te kwetsen. Waarom ging hij eigenlijk nog naar hem toe? Waarschijnlijk zou de buurman zijn gereedschap wel uitlenen, maar niet aan hem. Met de hamer in de hand gaan staan en dan zeggen: „Nee, die leen ik niet uit!” Om hem te sarren.
Toen de man het pad naar de buren op liep, was hij inmiddels behoorlijk kwaad. Hij bonsde drie keer op de deur en schreeuwde: „Hou die stomme hamer van je maar! Ik red me wel zonder jou.”
Hoe zou het toch komen dat veel mensen, zoals ik, het moeilijk vinden om iets aan een ander te vragen? Misschien geldt dit met name mannen. De weg vragen aan een voorbijganger, in de winkel vragen of een artikel er nog is, vragen of je buurman wil helpen. Vanwaar die drempel? Komt dit inderdaad omdat we de gedachten van anderen invullen of denken dat een hulpvraag de relatie verslechtert?
De praktijk is dat iets aan een ander vragen de relatie juist verbetert. Dat weten leerkrachten die een handige leerling vragen hen te helpen: een vastgelopen computer weer aan de praat krijgen, een band verwisselen et cetera. De relatie wordt er altijd beter van.
De Amerikaanse wetenschapper Noah J. Goldstein en anderen vertellen in hun boek ”Yes!, 60 secrets from the science of persuasion” (”Ja, 60 geheimen uit de wetenschap van het overtuigen”; 2017) een verhaal over de achttiende-eeuwse Benjamin Franklin, een van de Founding Fathers van de Verenigde Staten. Naast wetenschapper was deze man ook een succesvolle diplomaat. Als politicus in Pennsylvania werd hij in zijn werk buitengewoon gehinderd door een politieke tegenstander. Franklin was vriendelijk en respectvol, probeerde hem aan alle kanten te pleasen, maar niets werkte. Toen gooide hij het over een andere boeg. Franklin, die boekenliefhebber was, had gehoord dat zijn tegenstander een oud en zeldzaam boek in zijn bezit had. Hij stuurde hem een briefje waarin hij vroeg of hij dat boek mocht lenen. Het boek werd onmiddellijk bij hem bezorgd en na een week stuurde Franklin het terug met een uitgebreide bedankbrief. De dag daarna, in het Huis van Afgevaardigden, schoot de man voor het eerst van zijn leven Franklin spontaan aan. En zo ontstond het begin van een levenslange goede relatie.
In 1969 werd een interessant onderzoek gedaan naar dit effect. In een vooraf opgezette wedstrijd konden mensen wat geld winnen. Daarna werd een deel van de groep benaderd door de wedstrijdleider. Hij gaf aan dat het zijn eigen geld was geweest en dat hij nu in financiële moeilijkheden zat. Wilden de mensen hem het geld teruggeven? (De meesten deden dat.) Vervolgens werd er een onderzoek gedaan onder beide groepen, en wat bleek? De groep aan wie gevraagd was het geld terug te geven, scoorde veel hoger op ”waardering voor de wedstrijdleider” dan de andere groep.
Dus toch maar wat vaker vragen of je iets mag lenen van de buren. Elkaar om hulp vragen, is smeerolie voor een goede relatie.
Reageren? welbeschouwd@refdag.nl