Vaclav Havelprijs voor Turkse rechter
De Vaclav Havelprijs voor de mensenrechten gaat dit jaar naar de Turkse rechter Murat Arslan. Deze voorvechter van onafhankelijke rechtspraak zit sinds de verijdelde staatsgreep van vorig jaar juli in een Turkse cel en kon de prijs dus niet in ontvangst nemen.
De 43-jarige Arslan was eerder rapporteur van het Turkse constitutionele hof en voorzitter van de inmiddels ontmantelde vereniging van rechters en aanklagers in Turkije. De regering beschuldigt hem van banden met de Gülen-beweging, die volgens Ankara achter de couppoging zit.
Aan de door de Raad van Europa ingestelde prijs is is 60.000 euro verbonden. De onderscheiding is vernoemd naar de Tsjechische toneelschrijver en strijder voor de mensenrechten en later president Vaclav Havel (1936-2011).
Naast Arslan waren dit jaar het Hongaarse Helsinki-comité en de Oostenrijkse jezuïet Georg Sporschill genomineerd. Vorig jaar ging de prijs naar Nadia Murad, een Iraakse jezidi die in 2014 werd ontvoerd door Islamitische Staat en wist te vluchten. De drie eerdere winnaars kwamen uit Wit-Rusland, Azerbeidzjan en Rusland.