Functie wijkverpleegkundige vraagt om integrale financiering
Het werk van wijkverpleegkundigen is gebaat met financiering voor de totale zorg in een wijk in plaats van financiering per verrichting, stellen Barbara de Groen, Elsbeth Zielman en Huub Sibbing.
Sinds twee jaar is de wijkverpleegkundige weer terug als spil in de wijk. Dat is maar goed ook want mensen blijven steeds langer thuis wonen, ook als ze ziek of oud zijn.
De wijkverpleegkundige heeft een verbindende en een signalerende functie. Ze heeft een brede kijk op wat er speelt bij een persoon, een gezin en in de wijk en kan steeds onderzoeken welke oplossing het beste past. De wijkverpleegkundige vormt daarmee de schakel tussen ziekte en zorg (ZZ), gezondheid en gedrag (GG) en mens en maatschappij (MM; Sibbing, 2016). Een integrale functie, die vraagt om een integrale financiering.
Preventieve schakel
Het ”health fields model” uit 1974 van de Canadese politicus Marc Lalonde wordt in de wijkverpleging nog steeds als uitgangspunt genomen. Dit model laat zien welke factoren van invloed zijn op de gezondheid van individuen en populaties en het biedt aanknopingspunten om de gezondheid van mensen te verbeteren. Volgens Lalonde wordt de gezondheid van een individu namelijk niet alleen bepaald door biologische factoren. Ook de leefstijl, de omgeving (alles buiten het menselijk lichaam, zoals de sociaaleconomische status) en de organisatie van de zorg zijn factoren die de gezondheid beïnvloeden.
Dit model maakt duidelijk dat iemands individuele gezondheid samenhangt met de gezondheidssituatie in diens fysieke en sociale omgeving. Dat betekent dat op beide niveaus preventie nodig is om de gezondheid van mensen te verbeteren. De verbinding met het medische domein maakt de wijkverpleegkundige met de huisarts of de praktijkondersteuner; de verbinding met het sociale domein maakt zij in of samen met een sociaal wijkteam. Zo stemt zij haar werkzaamheden af met bijvoorbeeld maatschappelijk werkers, welzijnscoaches, WMO-consulenten, maar zo nodig ook met de wijkagent en medewerkers van woningcorporaties.
Onafhankelijk
Als de wijkverpleegkundige een onafhankelijke positie heeft ten opzichte van het sociaal wijkteam maar er wel nauw mee samenwerkt, heeft preventie de meeste kans van slagen, zo blijkt uit onderzoek (Zielman, 2016). De wijkverpleegkundige heeft dan korte lijnen met zowel het sociale als het medische domein. Ze is dan de verbindende factor voor integrale zorg en ondersteuning tussen huisarts, professionals uit het sociale wijkteam en anderen die bij preventie, zorg en ondersteuning van wijkbewoners betrokken zijn. Denk aan een woningcorporatie of een maaltijdservice in de buurt.
Door haar onafhankelijke positie kan de wijkverpleegkundige zelf bepalen wat nodig is in een wijk of voor een inwoner. Als zij die ruimte goed kan benutten, kan zij voor inwoners de dingen doen die tot een betere gezondheid en een betere kwaliteit van leven leiden, dwars door het medische en sociale domein heen.
Ze kan ondersteuning regelen bij het aanpakken van financiële problemen of, heel iets anders, een rollatorloop in de wijk organiseren.
Financiële winst
Het is duidelijk dat de wijkverpleegkundige een belangrijke rol speelt in de wijk en invloed heeft op de gezondheid van mensen. De preventieve taken van de wijkverpleging leiden niet alleen tot goede zorg en een betere gezondheid, maar ook tot kostenvermindering, zowel binnen de gezondheidszorg als voor de samenleving.
Elke ziekenhuisopname die we voorkomen, scheelt de samenleving 5000 euro. Als een jeugdzorgtraject kan worden vermeden, besparen we ongeveer 35.000 euro. Een opname in een verpleeghuis voorkomen of uitstellen, scheelt ongeveer 120.000 euro per jaar. En dan hebben we het nog niet over maatschappelijke kosten die dan niet gemaakt hoeven te worden, zoals ziekteverzuim, schooluitval en criminaliteit (Sibbing, 2016).
Integraal tarief
Vanaf het begin van de hervor- mingen in de langdurende zorg (in 2015) werd binnen het professionele handelen van de wijkverpleeg- kundige onderscheid gemaakt tussen de segmenten S1 (de niet-cliëntgebonden taken zoals preventie, signalering, coördinatie en samenwerking in de wijk) en S2 (de cliëntgebonden zorgtaken). De S2-taken vielen onder de verantwoordelijkheid van de zorgverzekeraars. Wat betreft S1-taken maakten zorgverzekeraars en gemeenten gezamenlijk afspraken, onder andere over de verbindende rol van de wijkverpleegkundige tussen het medische en het sociale domein.
Inmiddels is gebleken dat dit onderscheid niet het gewenste effect oplevert. In de praktijk ontstonden soms twee verschillende wijkverpleegkundige functies: één voor S1 en één voor S2. Dit kwam de integrale benadering niet ten goede. Bovendien bleek het financieringssysteem complex, waardoor extra registratielast ontstond.
Om die reden besloot de minister het onderscheid tussen S1 en S2 begin 2017 weer op te heffen. Het gaat nu in principe weer om een integrale functie voor integrale zorg, zoals oorspronkelijk de bedoeling was, met een geïntegreerd tarief dat betaald wordt door de zorgverzekeraar.
Populatiebekostiging
Dit geïntegreerde tarief is een eerste stap om de wijkverpleegkundige meer ruimte te geven om preventieve taken aan te pakken. Maar nog steeds is het aantal uren per cliënt bepalend en dat is geen gezonde prikkel. In de loop van 2017 is een tweede stap in de nieuwe bekostiging van de wijkverpleging gezet met proefprojecten waarin wordt uitgegaan van patiëntenprofielen, gebaseerd op ziektebeeld en zorgzwaarte.
Het is afwachten of deze stappen zullen leiden tot een financiering met ruimte voor integrale zorg en ondersteuning over de schotten van het medische en sociale domein heen. Voor wijkverpleegkundigen blijft ”populatiebekostiging” de stip op de horizon: geen financiering per verrichting maar voor de totale zorg en gezondheid van de mensen in een wijk. Zo leidt investeren in gezondheid ook werkelijk tot de gewenste goede resultaten (zie ook triple-aim.nl).
Barbara de Groen is senioradviseur lokaal organiseren bij Vilans. Elsbeth Zielman is adviseur kwaliteit bij Vilans. Huub Sibbing is adviseur afdeling verpleegkundigen maatschappij en gezondheid bij V&VN. Bron: www.socialevraagstukken.nl