Jordaanse christenen zijn voorzichtig vrijmoedig
Van vervolging in strikte zin mag dan in Jordanië geen sprake zijn, de overheid houdt christenen wel scherp in de gaten, stellen Bas Belder en Elise Abbey-van Doorn.
Jordaanse christenen en kerken zijn echte ervaringsdeskundigen in de omgang met moslims. In openhartige ontmoetingen winden zij er geen doekjes om hoe in het hasjemitische koninkrijk hun kerken worden achtergesteld bij moskeeën. De laatste hoeven geen belasting te betalen en elektriciteit en water zijn gratis. De kerken moeten wel betalen.
Een Jordaanse christen met contacten tot in ’s lands hoogste politieke en culturele instanties vindt het volstrekt onbegrijpelijk dat de leiders van de traditionele kerken (katholiek/orthodox) hierover zwijgen. Juist zij hebben de schone kans om deze achterstelling onder de aandacht te brengen van het hof, tijdens hun audiënties bij koning Abdullah.
De gevestigde kerken lijken zich vooral bezig te houden met de interreligieuze dialoog. Alsof er geen vuiltje aan de Jordaanse lucht is. Deze constatering dringt zich op bij raadpleging van de Jordaanse pers. Want in de media wordt onder meer uitgebreid aandacht besteed aan interreligieuze seminars, zoals over de profeet Mozes in judaïsme, christendom en islam. Doelstelling? Het scheppen van een cultuur van vrede en harmonie, meldt de Jordan Times (27-9).
Louter politieke propaganda noemen christenen in Amman dit. „Toneelspel.” Zij zouden graag zien dat kerkleiders de opmars van de radicale islam (salafisme) in Jordanië publiek zouden benoemen én bestrijden.
Boodschap
Het tegendeel is het geval. Volgens een christelijke insider liggen zelfs in de gebouwen van grote nationale ondernemingen publicaties met een onversneden salafistische, jihadistische inhoud kosteloos voor het grijpen. „En niemand, zeker niet uit de kerken, die daartegen protesteert.”
Via invloedrijke contacten probeert hij zelf wel in het geweer te komen. „Dat is niet gemakkelijk, want in allerlei hoge instanties zijn radicale moslims vertegenwoordigd en zij hebben veel invloed. Kerkleiders gebruiken hun maatschappelijke positie helaas voor persoonlijk voordeel en niet voor hun kuddes.”
Maar als erkende kerkleiders zwijgen, wat vermag een predikant van een niet-erkende denominatie dan nog tegen de druk van de moslimmeerderheid op de Jordaanse overheid om christenen en kerken geenszins als gelijke burgers en maatschappelijke instanties te bejegenen? Dat leidt tot een andere vraag: Wat verwachten predikanten en gemeenteleden in Jordanië van christenen in Nederland en in Europa?
Volgens een voorganger is er geen sprake van christenvervolging in Jordanië. Hij voegt daar wel een heldere boodschap aan toe: „Wat ons zou helpen, is dat u in contacten met de Jordaanse autoriteiten aangeeft dat hier ook evangelische kerken aanwezig zijn. Meer niet. Beklemtoon de aanwezigheid van onze christelijke gemeenten.”
Surveillance
In Brussel, Den Haag en elders in Europa dient inderdaad in de politieke contacten met vertegenwoordigers van Jordanië onbewimpeld de geloofsvrijheid van álle kerken in het koninkrijk een vast gesprekspunt te zijn.
Ondertussen is evangelisatie absoluut verboden in Jordanië. Dat leidt tot grote voorzichtigheid aan kerkelijke zijde, wanneer moslims aangeven zich te willen bekeren tot het christelijk geloof en gedoopt willen worden.
De praktijk wijst uit dat zo’n opstelling allesbehalve ongerechtvaardigd is. Nog onlangs kreeg een rooms-katholieke bisschop in Amman een doopverzoek. Hij schakelde daarop een bevriende geestelijke in om de gangen van de bekeerling in spe na de afspraak na te gaan. De laatste stapte na de ontvangst bij de bisschop direct in een op enkele honderden meters afstand geparkeerde zwarte auto, het algemeen bekende voertuig van de inlichtingendienst.
Van christenvervolging mag dan in strikte zin geen sprake zijn, er zijn wel duidelijke signalen van surveillance door overheidsmensen. Heel recent ontving een christen van de veiligheidsdienst een telefoontje voor een onderhoud. Dat verliep weliswaar goed, maar het signaal ”we houden u en uw gemeente in de gaten” was kristalhelder.
Ondertussen maken christenen in Jordanië zich ernstig zorgen over de islamisering van Europa, omdat dat op hen terugslaat.
Getuigen
Jordaanse christenen zwijgen tegenover bijvoorbeeld collega’s niet over hun geloof. Volgens een jonge christen verlopen zulke gesprekken wel moeizaam. „Wij spreken over en getuigen van Christus tegenover onze moslimnaasten, wanneer de gelegenheid zich voordoet, in de gelovige wetenschap dat niet wij, maar de Heilige Geest mensen bekeert en aan de voeten van de Heiland brengt.”
Als christenen in het Westen hebben we de Bijbelse opdracht om onze broeders en zusters in Christus in Jordanië niet te vergeten en voor hen te bidden.
Bas Belder is lid van het Europees Parlement voor de ChristenUnie en de SGP. Elise Abbey-van Doorn is actief voor de stichting vormingsactiviteiten van de SGP. Ze bezochten namens deze stichting Jordaanse christenen en kerken.