Nooit genoeg van Hollandse meesters
Ze is klaar, de tentoonstelling ‘Hollandse meesters uit de Hermitage; oogappels van de tsaren’, die vanaf zaterdag te bezoeken is in de Hermitage in Amsterdam. Ruim zestig schilderijen van Hollandse meesters, waaronder zes Rembrandts, zijn uitgeleend door het gelijknamige museum in Sint-Petersburg, dat dankzij de verzamelwoede van onder anderen de tsaren over circa 1500 Hollandse meesters beschikt. Er worden een kwart miljoen bezoekers verwacht in het museum aan de Amstel. Grote motor achter de expositie is Irina Sokolova.
De Hollandse meesters zijn lust en leven van de Russin, die na haar kunstopleiding als jong medewerkster in de Hermitage in Sint-Petersburg belandde. „Ik leerde er nog over de Hollandse meesters van heel oude specialisten, mensen van voor de revolutie. Dat helpt je verbinding te maken met het verleden.” Inmiddels is ze zelf uitgegroeid tot internationaal gewaardeerd deskundige. Ze brengt nu ook de gehele Nederlandse collectie in Sint-Petersburg in kaart voor een zeer kloeke, tweedelige catalogus. „Het eerste deel verschijnt in december in het Russisch. We hopen nog met een Engelse en een Nederlandse vertaling te komen. Alles is gefotografeerd en wordt beschreven. Er is veel literatuur uitgevlooid en we hebben nog veel over herkomst gevonden. We hebben ook Russische bronnen weten te vinden, die nogal wat toevoegen.”
Het tweede deel zal vermoedelijk nog een paar jaar op zich laten wachten, maar in het licht van de geschiedenis is dat niet veel: „Er is voor het laatst een catalogus van de collectie in de Hermitage gemaakt in de periode 1902 tot 1916. Daarop ontstond de revolutie en kwam er allemaal werk binnen dat was onteigend. Ze hadden de handen vol om alles onder te brengen, er was geen tijd voor onderzoek en om werken rustig te kwalificeren.” Vervolgens barstte de Tweede Wereldoorlog los „en tot in jaren vijftig was er geen contact met deskundigen in andere landen.” Daarbij ging er van alles niet zoals het moest. „Donkere tijden, die nog eens onderzocht zouden moeten worden.”
Sokolova kwam in 1985 voor het eerst in het land van herkomst van haar geliefde Hollandse meesters. Nog steeds leert ze tijdens ieder bezoek bij, vertelt ze. En nooit raakt ze op het werk uitgekeken: „Kijk nou”, wijst ze naar net in Amsterdam opgehangen portretten. „Ze willen ons iets heel serieus zeggen. En die oude man, die kijkt bij zichzelf naar binnen, zoals oude wijze mensen doen.” Na al die jaren kan ze er eigenlijk niet over uit dat mensen zo konden schilderen.