Alleen Christus
Efeze 1:7
„In Welke wij hebben de verlossing door Zijn bloed, namelijk de vergeving der misdaden, naar de rijkdom van Zijn genade.”
Alleen Christus kan Gods wil volbrengen. Want de wil van iedere sterveling is slechts tot het kwade geneigd. De menselijke wil is niet in staat om –ter wille van God– te aanvaarden datgene waarvan hij weet dat het Hem welgevallig is.
Laat staan dat hij uit liefde tot God de dood op zich zou nemen door aan Hem het leven en alles af te staan. Derhalve was alleen onze Heere Jezus Christus het offer dat God met het menselijk geslacht kon verzoenen.
De rol van het boek, te weten de Heilige Schrift, heeft Hem aangewezen onder het beeld van zo veel verschillende offeranden. De Schrift heeft in de allervolmaaktste wetten dit vereist en heeft in aangename heilsbeloften Hem beloofd. Hij is het over Wie Jesaja profeteerde (Jesaja 53) dat de Heere Hem verbrijzelde door Hem krank te maken. Hij was het Die, wanneer Hij Zijn ziel tot een schuldoffer zou hebben gesteld voor de zonden, Zijn nageslacht zou zien. Het welbehagen des Heeren zou door Hem voorspoedig voortgaan. Na de moeite zou Zijn ziel het geluk aanschouwen en met goederen verzadigd worden. En door Zijn kennis zou de rechtvaardige Knecht van de Heere velen rechtvaardig maken. Hij Zelf zou hun ongerechtigheden dragen, omdat Hij deze door Zijn dood zou verzoenen.
Martin Bucer, predikant te Straatsburg (”De brief van Paulus aan Efeze”, 1527