Verwarring mariniers over rol commandant
Onder mariniers van aanvalsgroep twee is verwarring over wat hun aanvalscommandant - met code ’2C’- deed tijdens de bevrijding van de Molukse treinkaping in 1977. Dat bleek dinsdag voor de rechtbank in Den Haag waar nabestaanden van twee kapers een proces voeren tegen de Staat.
Marinier ’2D’ besloot „in een fractie van een seconde” te schieten op „een menselijke beweging” die hij rechts in de hoek van de treincoupé zag. Vlak daarvoor was hij zelf beschoten vanuit die hoek. Hij merkte dat doordat hij mondingsvuur zag en een schampschot op zijn helm voelde, zei hij. Pas achteraf zou hij hebben begrepen dat het om de enige vrouwelijke kaper ging, Hansina Uktolseja.
Haar nabestaanden denken dat Hansina is geëxecuteerd terwijl ze al zwaargewond en weerloos op de grond lag. In de coupé waar zij stierf, zijn geen wapens gevonden, zegt advocaat Liesbeth Zegveld van de nabestaanden.
’2D’ zei dat hij op ongeveer 2,5 tot 3 meter afstand met zijn revolver schuin naar beneden twee tot drie kogels afvuurde. De marinier was daar samen met commandant ’2C’. Volgens ’2D’ heeft de commandant toen niet geschoten.
Maar ’2C’ zelf heeft jaren geleden in een boek van politicoloog Peter Bootsma gezegd dat hij dat wél deed, met een salvo uit zijn uzi. Volgens deze ’2C’ leefde zij nog, schudde met haar hoofd en riep nog wat. De rechtbank hield dinsdag deze passages uit het boek voor, maar ’2D’ kon deze beweringen niet plaatsen.
Een andere marinier - ’2A’ - ging de coupé ernaast in en zei dat’2C’ als commandant zou blijven staan op het balkon tussen de twee coupé’s in. Toen ’2A’ en zijn buddy geen kapers aantroffen, keerden ze terug naar het balkon. Hij is daarna even gaan kijken naar „het dode meisje” in de andere coupé.
Commandant ’2C’ komt woensdag als laatste van de opgeroepen elf mariniers aan de beurt.
Zegveld wilde weten of ’2D’ er rekening mee hield dat er ook een passagier in de hoek had kunnen liggen. De marinier erkende dat en zei ook dat werd geleerd om niet één maar meerdere keren te schieten.
Marinier ’2A’ verklaarde daarentegen specifiek dat je niet schiet als iemand gewond op de grond ligt, omdat dit „dan niet een bedreiging en doel is”. Ook zei hij - als enige van de mariniers - dat sommige collega’s aan de vooravond van de actie erg zenuwachtig waren en dat hij ze probeerde te kalmeren.