Karinthië: en toen bleven we direct bij de eerste gemeente hangen
Het achterlaten van de kerkelijke gemeente zou een van de grootste hindernissen bij onze landverhuizing worden, dachten we. Hoe zou dat gaan in het overwegend rooms-katholieke Karinthië?
Zouden we elke zondag anderhalf uur moeten rijden voor een dienst met drie oude dames? Mág je zo’n stap überhaupt wel nemen met een gezin met opgroeiende kinderen? Als je thuis gezegend bent met een bloeiende gemeente met alle generaties, waar het onderwijs je ook via catechisatie en club in de schoot wordt geworpen, kun je dat dan zomaar achterlaten?
Maar waar twee of drie in Zijn Naam vergaderd zijn, daar is Hij immers in hun midden. En ook daar kun je gezegend worden en tot een zegen zijn. In dat vertrouwen zijn we gegaan.
We hadden gedacht ons langdurig te oriënteren. Maar wat werden we ook in dit opzicht beschaamd! Toen we de eerste keer dat we een kerk bezochten, luisterden naar de preek over Annanias en Safira, keken we elkaar een paar keer onthutst aan. Door en door Bijbels kwam de boodschap ons tegemoet. We zijn nooit meer ergens anders naartoe geweest.
De liturgie was totaal anders dan wij gewend zijn, gewaardeerde tradities moesten we loslaten; de kern bleef over: alleen Christus, alleen het geloof, alleen genade. Of zoals we hier zingen: ”Allein deine gnade genügt”.
Samen met zo’n 65 jonge en oude gemeenteleden weten we ons verbonden rondom de Bijbel. Vrijdagsavonds doet onze oudste mee met een Bijbelstudie van de ”Jugend”, waarna de jongelui nog wat napraten bij de Mac. Kerkgang en geloof zijn hier niet zo vanzelfsprekend als in veel Nederlandse gemeenten. Juist dat ervaren we als een verrijking.
Nee, volmaakt is het hier vast niet. En er zijn ook wat sfeer en stijl betreft wel degelijk dingen die we missen. Zoals wij in deze kerk dingen leren, kunnen de Oostenrijkers ongetwijfeld iets van Nederlandse christenen leren. Maar dat je meer en meer het wezenlijke mag overhouden, dat kan bij tijden enorm veel rust, troost en houvast geven.
Het is goed aan den lijve te ondervinden dat er weliswaar zaken zijn die onder ons volkomen zekerheid hebben, maar dat wij tegelijk de wijsheid niet in pacht hebben. Zo leer je aan de ene kant relativeren en aan de andere kant onderscheiden wat er werkelijk toe doet; aan de ene kant zien hoe rijk gezegend veel Nederlandse kerken zijn en aan de andere kant beseffen dat allerlei bijzaken niet zaligmakend zijn en je zelfs kunnen afleiden.
Buiten de zogeheten comfortzone word je zelf kleiner, maar des te groter blijkt het Koninkrijk van God te zijn.
Deze zomer kwam soms een stoet van Nederlandse auto’s vol vakantiegangers met allerlei achtergronden naar onze ”Gemeinde”. Toen ervaarden we letterlijk iets van de ene, algemene, katholieke kerk die tradities en grenzen overstijgt.