Voor Republikeinse elite is Roy Moore te christelijk
Veel leden van het Amerikaanse Congres, de media en zelfs van zijn eigen partij moeten weinig hebben van de Republikein Roy Moore. Ook president Trump is er niet blij mee dat hij deze week in de staat Alabama de kandidatuur binnensleepte voor de Senaatsverkiezingen. Hij zou te conservatief en te christelijk zijn.
Voor Moore staat als een paal boven water dat je de wetten van het land moet gehoorzamen voor zover ze niet strijdig zijn met de Bijbelse geboden. Dat conflicteert volgens hem niet met de grondwettelijke scheiding van kerk en staat. „Die respecteer ik. Maar die houdt niet in dat je het land kunt besturen zonder God.”
Bij Moore zijn dit niet enkel mooie woorden, maar hij zet die ook om in concrete daden. Vorig jaar gaf hij als opperrechter van Alabama aan de rechters van die staat de instructie dat ze geen toestemming mochten geven voor het sluiten van een homohuwelijk. Die order ging lijnrecht in tegen het besluit van het federale hooggerechtshof, dat het homohuwelijk juist voor heel Amerika had erkend. De verzonden instructie kostte hem zijn baan. Voor de rest van de termijn als opperrechter werd Moore op non-actief gezet.
Dat had hij kunnen weten. In 2003 kreeg hij al eens ontslag als rechter omdat hij het bevel van een hogere rechter negeerde. Daarin kreeg hij de opdracht een granieten monument voor de Tien Geboden uit de lobby van het gerechtsgebouw te halen. „Gods wet is de absolute norm voor iedereen en de toetssteen voor alle wetten van ons land. Ik zie dus niet in dat ik de wet van Amerika overtreedt”, was toen zijn standpunt.
Moore doet nu een gooi naar een zetel in de Senaat. Die is vrijgekomen doordat Jeff Sessions minister van Justitie is geworden in de regering-Trump. In de strijd om de Republikeinse kandidatuur moest Moore het opnemen tegen zijn partijgenoot Luther Strange. Strange kreeg de steun van gematigde Republikeinen en ook van president Trump. Hij werd deze week in de voorverkiezingen onder Republikein echter overtuigend verslagen door Moore.
De tussentijdse verkiezingen in Alabama voor de Senaatszetel in Washington staan gepland voor 12 december. Moore zal het dan moeten opnemen tegen de Democraat Doug Jones. Democraten, een aantal Republikeinen en vooral de media doen er alles aan om winst van Moore te voorkomen.
Een belangrijk pijnpunt van de media is de orthodox-Bijbelse levensbeschouwing van Moore. Hij is lid is van de Zuidelijke Baptisten en ervan overtuigd dat de Bijbel van kaft tot kaft het onfeilbare Woord van God is. De kwaliteitskrant The Washington Post mat dat gisteren breed uit in een artikel onder de kop ”Moores controversiële interpretatie van de Bijbel”. Eerder al memoreerde die krant dat Moore de evolutietheorie afwijst, het huwelijk ziet als een unieke band tussen man en vrouw, tegen abortus is en de Tien Geboden veel meer onder de aandacht van de Amerikaanse burger wil brengen.
Veel moeite hebben de opponenten van Moore ook met zijn kwalificatie van Amerika als van oorsprong een christelijke natie. Hij vindt daarom dat de overheid het christendom voorrechten moet geven die andere godsdiensten niet krijgen. De islam noemt hij een antichristelijke religie.
De nominatie van Moore is een tegenvaller voor het Republikeinse establishment. Dat wil juist mensen met minder uitgesproken standpunten kandideren. Waarnemers in Washington denken echter dat de kandidatuur van Moore een voorteken is van verschuivingen in het Congres die zich volgend jaar zullen voltrekken als er tussentijdse verkiezingen voor de Senaat en het Huis van Afgevaardigden zullen worden gehouden. Ze vrezen een toename van de polarisatie.