Meer vijftigers, minder twintigers
Nederland telt 2,1 miljoen vijftigers. Dit zijn er bijna 600.000 meer dan tien jaar geleden. Het aantal twintigers is in diezelfde tien jaar met ruim een half miljoen afgenomen tot 2 miljoen.
Dat heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) woensdag bekendgemaakt.
Op dit moment telt Nederland 16,1 miljoen inwoners. Ruim een op de acht Nederlanders is nu vijftiger. Dat is het gevolg van de geboortegolf direct na de Tweede Wereldoorlog. Vooral de 54- en 55-jarigen, geboren in 1946 en 1947, vormen een grote groep.
De daling van het aantal twintigers hangt samen met de sterke afname van het aantal geboorten in de jaren zeventig. In de tweede helft van de jaren zeventig werden jaarlijks ongeveer 175.000 kinderen geboren, tegen bijna 250.000 kinderen in de jaren zestig.
Er zijn grote regionale verschillen in de verdeling van jongeren en ouderen over het land. Flevoland is de jongste provincie, gelet op het aandeel personen onder de twintig. Urk is met 43 procent van de inwoners onder de twintig de jongste gemeente. Slechts 6 procent van de Urkers is ouder dan 65. Ook Staphorst en Zeewolde tellen relatief veel jongeren. In universiteitssteden als Groningen, Leiden, Utrecht en Wageningen wonen eveneens veel twintigers.
Roozendaal (Gelderland), Bennebroek en Laren behoren met bijna 25 procent 65-plussers tot de oudste gemeenten. Het landelijk gemiddelde is 14 procent.
Uit de cijfers van het CBS blijkt eveneens dat het aantal gemeenten in Nederland snel daalt. Door de gemeentelijke herindelingen per 1 januari 2002 is het aantal gemeenten met acht afgenomen tot 496. Tien jaar geleden telde Nederland nog 647 gemeenten.