‘Jonge vrouw met oorbellen’ weer thuis
Ze komt vrijdag thuis, Rembrandts ‘Jonge vrouw met oorbellen’. Ze maakt deel uit van een groep Hollandse meesters die uit de Hermitage in Sint-Petersburg aankomen om getoond te worden in het gelijknamige museum in Amsterdam.
In totaal zullen er 63 bruiklenen te zien zijn op ‘Hollandse meesters uit de Hermitage; oogappels van de tsaren’, die vanaf 7 oktober te bezoeken is. Behalve zes Rembrandts, waarvan er vier niet eerder terug waren sinds ze ons land oorspronkelijk verlieten, komen werken van onder anderen Ferdinand Bol, Gerard ter Borch, Gerard Dou, Govert Flinck, Jan van Goyen, Frans Hals, Paulus Potter, Jacob van Ruisdael en Jan Steen.
Met ruim 1500 schilderijen, waaronder meer dan twintig Rembrandts, heeft de Hermitage in Sint-Petersburg de grootste collectie Hollandse meesters buiten Nederland, voornamelijk dankzij de verzamelwoede van de tsaren. Ze hebben er eigenlijk alleen geen Vermeers en Saenredams.
Het verzamelen door de tsaren verliep overigens niet altijd voorspoedig: zo verging in 1771 het schip Vrouw Maria met 27 door tsarina Catharina gekochte schilderijen van onder anderen Potter, Dou en Wouwerman. Nu worden de werken in fases vervoerd om de risico’s tot het minimum te beperken.