Opeens ben je hip als je lid bent van een vakbond
Opeens is de vakbond weer hip. De reden? Demissionair minister van Financiën Dijsselbloem werd lid van de FNV.
Datzelfde FNV riep rond Prinsjesdag op tot loonstijging. Terecht, aldus Dijsselbloem. „Er zit een structureel probleem onder dat we er niet in slagen om reële koopkrachtwinst te realiseren. Ik geloof dat al sinds 2001 de reëel beschikbare inkomens in Nederland nauwelijks zijn verbeterd”, zei hij. Een statement dat wel een beetje voor de bühne gemaakt wordt, vinden wij bij CGMV. Je scoort als vakbond natuurlijk meteen bij het grote publiek als je roept om loonsverhoging. Iedereen vergat even dat het zogenaamde polderoverleg tussen de sociale partners, dus de werkgevers en de werknemers (vakbonden), begin september was vastgelopen. Een gemiste kans, omdat de onderhandelende partijen weer eens vastgepind zaten in hun schuttersputjes.
Als vakbond moet je constructief willen werken aan een structurele hervorming van de arbeidsmarkt. Want daar gaat het volgens ons vooral om als er straks een nieuw kabinet zit. De arbeidsmarkt verandert in een razendsnel tempo. Elke Nederlander staat voor de vraag: hoe ontwikkelt mijn werk zich? En intussen lever je als vakbond maatwerk voor elk individueel lid. Dat dat heel zinvol is en dat het daarom belangrijk is om vakbonden sterker te maken, onderstreepte Dijsselbloem door zich in te schrijven als lid van de FNV.
Dat het zinvol is om je bij een vakbond in te schrijven, blijkt uit de kwestie met Bert. Al 27 jaar werkt hij bij een technisch bedrijf waar hij het goed naar zijn zin heeft. Halverwege augustus krijgt hij plotseling een voorstel tot beëindiging van het dienstverband. Het gaat niet goed met het bedrijf, dus zijn functie komt te vervallen. De ontslagnoodzaak wordt niet onderbouwd.
Bert meldt zich met het ontslagvoorstel bij CGMV en zijn stukken komen op het bureau van onze jurist. Het is zonneklaar dat de werkgever van Bert haast heeft. Hij wil spijkers met koppen slaan en de zaak fluks afhandelen. Bert –geschokt– heeft het gevoel dat hij bij het grof vuil wordt gezet. Na overleg besluit de jurist de werkgever te verzoeken de gewenste onderbouwing te verstrekken. De informatie komt maar langzaam los. Maar eigenlijk komen er steeds meer vragen boven tafel, terwijl de tijd kort is.
Als Bert niet akkoord gaat, zal het ontslag via het UWV afgehandeld worden. In dat geval kan Bert een extra financiële vergoeding op zijn buik schrijven. Het is dus van belang goed na te gaan wat de kansen van Bert in een dergelijke procedure zijn. Zelf wil hij dolgraag blijven. Helaas moeten we gaandeweg inzien dat de ontslaggrond wel gestaafd kan worden door de werkgever. Het was voor iedereen beter geweest als de werkgever dit traject beter en zorgvuldiger had aangepakt en vooraf de gewenste informatie had verstrekt. Bert tekent aangeslagen het voorstel. Hij heeft weinig keus.
Een aantal weken later meldt Bert zich weer bij onze jurist. Hij heeft goed nagedacht en realiseert zich dat hij deze beslissing zelf nooit had kunnen en durven nemen, maar dat hij nu blij is met de nieuwe kansen die zich voordoen. Bert krijgt positieve reacties op zijn cv en merkt dat hij kans maakt op nieuw werk.
We merken dit vaker bij onze leden en begeleiden hen daarin. Waar een ontslag onrechtvaardig en verdrietig is, levert het in de meeste gevallen uiteindelijk ook iets goeds en nieuws op. Van verlies valt niet zelden winst te maken.
De auteur is bestuurder bij de christelijke vakorganisatie CGMV. Reageren? sociaal@refdag.nl