Wie kent ze niet, de toppers uit de historie van Volkswagen. De Kever, de Transporter en de Golf lieten een onuitwisbare indruk achter. Wie er zelf geen bezat, had wel een buur of familielid die Volkswagen reed. Heel even proeven aan een drie historische exemplaren tijdens een perspresentatie brengt de nodige goede herinneringen boven.

De eerste Volkswagen Kever kwam per trein in 1947 in Amersfoort ons land binnen. Het model werd zo’n succes dat er wereldwijd meer dan 21 miljoen van werden verkocht. Daarmee gaat de Kever nog steeds fier aan kop als meest geproduceerd automodel. Alhoewel er in meer dan een halve eeuw de nodige wijzigingen en technische verbeteringen zijn doorgevoerd, blijft een Kever in de basis hetzelfde. Hoe de grote chromen portiergrepen aanvoelen, met welk geluid een portier dichtslaat en hoe de motor klinkt, dat staat in het geheugen gegrift. Daarom is rijden met een van de laatste in Nederland verkochte Kevers uit 1987 een feest van herkenning. De boxermotor snort tevreden achterin, met de lange pook wordt de vierbak bediend en snel ontstaat het begrip waarom Volkswagen zo lang dit model heeft gemaakt.

Golf

De Kever is al zo’n dertig jaar op de markt als Volkswagen in 1974 de eerste generatie Golf lanceert. Voorwielaandrijving, watergekoelde motoren en een moderne hatchbackcarrosserie, dat alles wist klanten in de hele wereld aan te spreken. De knalgele Golf uit 1976 is dik tien jaar ouder dan de zojuist gereden Kever, maar de verschillen zijn immens. Een veel beter zicht door een groter ruitoppervlak, de korte pook met minder grote schakelwegen, moderne aankleding. En natuurlijk de handige gebruiksmogelijkheden door de achterklep. De Kever had slechts een bescheiden bagagemogelijkheid voor onder de kap.

De 1,1 liter viercilinder was destijds de kleinste motor in het Golf-aanbod, maar zolang de snelheid tot 100 km/h beperkt blijft, blijkt de krachtbron nog steeds prima te voldoen. Alleen is op doorgaande wegen aan het geluid te merken dat een vijfde versnelling ontbreekt. Want die was in 1976 nog alleen beschikbaar op sportieve en topklassewagens.

VW Bus

Wie in de jaren zestig en zeventig een bedrijfje had, reed met een Volkswagen Transporter, in de volksmond VW Bus genaamd. Een voertuig gemaakt volgens het basisprincipe dat in april 1947 door de Nederlandse importeur Ben Pon op een velletje uit zijn agenda werd getekend. Motor achterin, bestuurder boven op de vooras en de laadruimte ertussen. Miljoenen wisten dit concept te waarderen.

Rijden met een zogenaamd Type 2 uit 1970 laat zien dat de ontwikkeling op bestelwagengebied niet heeft stilgestaan. Opvallend rustig snort de 4 cilinder boxermotor achterin. Het enorme stuur ligt bijna plat, waardoor de bestuurder al manoeuvrerend met de rug uit de stoel los moet komen. De ergonomie had nog flinke stappen te maken. De drie Volkswagens stralen rust uit en doen verlanger naar een minder gehaast leven.

Toekomst

Anno 2017 is Pon nog maar voor 22 procent afhankelijk van de import van voertuigen van de Volkswagen Groep. Andere takken van het bedrijf concentreren zich op de mobiliteit van de toekomst. Door het toenemen van de wereldbevolking en vooral de bevolkingsdichtheid in stedelijk gebied, zijn er snel slimme vervoersconcepten nodig om deze drukte in goede banen te leiden.

Integratie is hier het toverwoord. Bewoners van steden zullen steeds minder een auto kopen. Gemiddeld wordt een auto maar 7 procent van de tijd gebruikt. Parkeren is duur of onmogelijk en je met de auto door een druk centrum verplaatsen neemt veel te veel tijd in beslag. Publiek toegankelijke vervoermiddelen vormen dan de oplossing. De consument betaalt een vast bedrag per maand en krijgt daarvoor de beschikking over het vervoermiddel dat op dat moment het meest geschikt is. Even de stad in? Dan staat de fiets klaar. De stad uit op familiebezoek? Een gezinswagen vind je onder in de parkeerkelder. Meubels kopen? Een bestelwagen is altijd in de buurt. En ook de trein, bus en tram maken deel uit van zo’n geïntegreerd geheel.

Hoe leidt Pon dat allemaal in goede banen? Daar komt de alom aanwezig smartphone om de hoek kijken. Alle genoemde vervoersmiddelen hebben een verbinding met internet via een simpele app. De klant voert in wanneer hij of zij ergens naartoe wil en met welk doel hij op de bestemming moet zijn. Er kan zelfs rekening worden gehouden met de weersomstandigheden. Is een afstand het geschiktst voor de fiets maar ligt er een plensbui in de verwachting, dan zal de gebruiker wellicht toch een kleine auto voorgesteld krijgen. En uiteraard zullen voor stadse verplaatsingen louter milieuvriendelijke vervoermiddelen worden voorgesteld. Dat is heel wat anders dan vroeger, toen de automobilist zijn eigen Kever of Golf voor de deur had.

Weersvoorspeller

Het openbaar vervoer is al volledig ”connected”. Op 9292ov.nl kunnen alle trein en bussen in beeld worden gebracht. Moderne auto’s zijn ook connected, en dat levert een enorme stroom aan data op die nuttig kunnen worden gebruikt. Een voorbeeld: als op een bepaalde plek veel auto’s hun mistlampen aandoen werkt dit veel accurater als weersvoorspeller dan de normale verwachtingen. Een waarschuwing naar andere automobilist voorkomt ongevallen.

Parkeren, ook zoiets. Tegenwoordig kan er met een app worden betaald. Als je je vergeet af te melden, probeer dan maar het betaalde geld terug te krijgen. Niet nodig als een app automatisch afmeldt zodra de auto in beweging komt.

Toekomstmuziek? Jawel, maar deze toekomst ligt nog maar één tot twee jaar voor ons. En ook daarin zit een groot verschil met de vervoersoplossingen van weleer. Het concept van de Kever ging tientallen jaren mee en evolueerde nauwelijks. Nieuwe elektronische oplossingen zoals deze worden echter in een recordsnelheid gerealiseerd en constant verbeterd.