Maandag bleek tijdens een pro–formazitting in de zaak tegen twee vermeende handlangers van de gedode gijzelnemer dat het vooronderzoek nog enkele maanden in beslag zal nemen. Vooral het traceren en horen van getuigen in het buitenland vraagt tijd.

De twee medeverdachten zijn twee Kosovaren. Een van hen, de 30–jarige B.S. , had via de gijzeling zijn vrijheid willen herwinnen. Hij zat destijds, evenals de gijzelnemer, vast in het huis van bewaring Arnhem–Zuid. De andere verdachte, de 26–jarige V.B. , wordt ervan verdacht de gijzelnemer het vuurwapen te hebben geleverd. Dit wapen, een gaspistool, zou over de muur van het huis van bewaring op de binnenplaats zijn gegooid.

Justitie is er destijds hevig van geschrokken dat de gijzelnemer dit wapen het paleis van justitie heeft weten binnen te smokkelen. Na het incident zijn de veiligheidsmaatregelen in en om de gerechtsgebouwen in het land vaak drastisch aangescherpt.

De Arnhemse zaak vormde tevens aanleiding voor een grondig corruptieonderzoek. Daarin is komen vast te staan dat twee bewaarders kippen, Viagra en drank binnensmokkelden. Van wapenleveranties aan gedetineerden is niets gebleken.

Vrijdag stelt de rechtbank zich rechtstreeks op de hoogte van de situatie binnen het Arnhemse huis van bewaring. De rechters, de officier van justitie en de raadslieden nemen dan persoonlijk een kijkje in de inrichting. De Albanese gijzelnemer wist tijdens de gijzeling het pistool van een parketwacht te bemachtigen. Toen hij daarmee eenmaal had geschoten, greep een arrestatieteam van de politie in en schoot de gijzelnemer dood. Officier van justitie Van der Krabben werd tijdens die actie door eveneens een politiekogel geraakt. Hij heeft het werk na enige maanden weer hervat.