Buitenland

Reagan gaf Amerika zijn zelfvertrouwen terug

Ronald Reagan, de 40e president van de Verenigde Staten (1981-1989), wist als geen ander een stem te geven aan het optimisme en de vaderlandsliefde van het Amerikaanse volk. Hij is 93 geworden.

Buitenlandredactie
7 June 2004 12:03Gewijzigd op 14 November 2020 01:18
BERLIJN – Ronald Reagan houdt in 1987 in Berlijn een toespraak. Op de achtergrond de Brandenburger Tor. Foto EPA
BERLIJN – Ronald Reagan houdt in 1987 in Berlijn een toespraak. Op de achtergrond de Brandenburger Tor. Foto EPA

Reagan was de conservatiefste president sinds Herbert Hoover en de eerste sinds Dwight Eisenhower die twee ambtstermijnen volmaakte. In 1994 maakte hij bekend dat hij aan Alzheimer leed en was begonnen aan een reis „naar de zonsondergang van mijn leven.”

Meer dan enig ander politicus van zijn tijd was Reagan een publiekslieveling. Hij was ”Dutch” Reagan, de radioman. Hij was ”The Gipper”, die de kiezers via het witte doek smeekte „hem nog eenmaal hun stem te geven.” Zijn ogen werden vochtig als de ”Star Spangled Banner” werd gespeeld. Hij zat goed in zijn vel, was een optimist en sloofde zich niet uit. Het is waar, zei hij ooit, dat van hard werken nog nooit iemand dood is gegaan. „Maar waarom zou ik het risico nemen?”

Reagan werd president op zijn 69e, een leeftijd waarop de meeste mensen hun carrière al hebben beëindigd. Hij had een actief leven achter de rug, was sportverslaggever geweest voor de radio, filmacteur die in 29 jaar 51 films maakte, televisieacteur, reizend woordvoerder voor General Electric, tweemaal gouverneur van Californië en actievoerder voor een conservatieve politiek.

Reagan was begonnen als Democraat en -in zijn Hollywood-periode- vakbondsman. Later werd hij een ”Eisenhower-Democraat” en uiteindelijk sloot hij zich aan bij de Republikeinen van aartsconservatief Barry Goldwater.

In zijn stellingname was Reagan uitgesproken behoudend, maar in de praktijk was hij pragmatisch. Hij kon een compromis accepteren zonder het met zoveel woorden toe te geven. Door de jaren had hij zijn filosofie samengevat als: „De overheid is niet de oplossing voor ons probleem. De overheid is het probleem.” Maar tussen zijn woorden en zijn daden gaapte vaak een grote kloof. Hij predikte een evenwichtige begroting, maar gaf veel meer geld uit dan zijn voorgangers. Gedurende zijn twee ambtstermijnen dijde de overheid alleen maar uit en werd de nationale schuld bijna driemaal zo groot. Hij maakte de Sovjet-Unie uit voor ”rijk van het kwaad”, maar ging uiteindelijk zakendoen met Moskou en tekende het eerste verdrag dat voorzag in de vernietiging van bestaande kernwapens.

Reagan won op zes na alle staten toen hij in 1980 zittend president Jimmy Carter en de onafhankelijke kandidaat John Anderson versloeg, al haalde hij in totaal slechts 50,7 procent van de stemmen. Met de slogan ”Bent u beter af dan vier jaar geleden?” wist hij Carter verantwoordelijk te stellen voor de economische malaise van die periode en er zelf zijn voordeel mee te doen. Na vier jaar -twee van recessie, twee van welvaart- werd Reagan met een ruime marge herkozen. In 1984 kaapte hij op een na alle staten weg voor de neus van de Democraat Walter Mondale, Carters voormalige vice-president. Toen Reagan op 77-jarige leeftijd opstapte, was zijn populariteit groter dan die van enig ander vertrekkend president.

Reagan omarmde de conservatieve economische theorie die bekendstaat als aanbodeconomie en die ervan uitgaat dat verlaging van de belastingen de economie stimuleert en zichzelf terugverdient. Toen dat niet gebeurde, zei Reagan dat dat kwam doordat het Congres, dat werd gedomineerd door de Democraten, het concept niet stringent genoeg had toegepast. Hoe het ook zij, toen Reagan het Witte Huis verliet was zijn doel om het tekort weg te werken zeer ver op de achtergrond geraakt. De tekorten op de acht door hem opgestelde begrotingen bedroegen gemiddeld 180 miljard dollar.

Zijn reactie op de aanslag die op hem werd gepleegd toen hij zeventig dagen president was zorgde ervoor dat het volk nog meer van hem ging houden. Een gestoorde zwerver, John Hinckley, vuurde zes kogels op Reagan af toen deze na een gesprek met vakbondsleiders een hotel in Washington verliet. Een kogel bleef vlak bij zijn hart steken. Terwijl het land gespannen afwachtte gaf Reagan zijn eigen medische bulletin uit in de vorm van een boodschap aan echtgenote Nancy: „Schat, ik vergat te bukken.” Tegen de dokters die hem moesten opereren zei hij: „Ik hoop dat jullie allemaal Republikeinen zijn.”

Toen hij na zijn herstel naar het Congres ging om een toespraak te houden werd hij met daverend applaus ontvangen en gingen de Congresleden, ondanks hun bedenkingen, akkoord met een door Reagan voorgestelde belastingverlaging van 25 procent, die achteraf wordt gezien als de oorzaak van de tekorten die zo kenmerkend waren voor de ”reaganomics”.

Reagan was bepaald geen bemoeizuchtige president. Adviseurs hield hij op afstand en hun rapporten nam hij zonder commentaar in ontvangst. Op de basisfilosofie en de presentatie na liet hij alles over aan zijn ondergeschikten, inclusief het buitenlands beleid, de begroting en de benoemingen. Hij kon zich dat permitteren, want hij had Nancy. Zij was zijn beschermvrouwe, zijn motor, zijn adviseur. Misschien meer dan enig andere first lady was zij de macht achter de schermen, degene tot wie presidentiële adviseurs zich wendden.

Zijn afstandelijkheid, vertrouwen op adviseurs en vermogen om potentieel schadelijke ontwikkelingen met een grapje ten koste van zichzelf af te wentelen bezorgde hem de bijnaam ”teflon-president”, waarbij kritiek langs hem afgleed als boter van een antiaanbaklaag. In 1984, op het hoogtepunt van de wapenwedloop, maakte hij een grapje dat hem niet door iedereen in dank werd afgenomen. „Mijn mede-Amerikanen, het doet mij genoegen u vandaag te vertellen dat ik een wet heb getekend die Rusland voor altijd verbiedt. Over vijf minuten beginnen we te bombarderen”, sprak hij toen hij voor zijn wekelijkse radiotoespraak een microfoon moest testen. Wat hij zich niet realiseerde was dat hij onbedoeld al in de lucht was.

Op buitenlands terrein zette Reagan de bewapening voort, terwijl hij tegelijkertijd met de Sovjet-Unie unieke ontwapeningsverdragen overeenkwam. Sommige historici zijn van mening dat Moskous inspanningen om gelijke tred te houden met het door Reagan gekoesterde Star Wars-programma -een miljarden verslindend, maar nooit voltooid ruimteschild tegen langeafstandsraketten- een belangrijke factor zijn geweest bij de uiteindelijke ineenstorting van de communistische supermacht, die zich voltrok na Reagans aftreden.

Na zijn vertrek uit het Witte Huis bleef Reagans invloed op de Republikeinse Partij groot, groter dan die van de regering, zo leek het. Jarenlang was de partij verdeeld geweest in een progressieve en een conservatieve vleugel, waarbij de eerste meer dan eens de overhand had. Na Reagan moest een Republikein met gematigde opvattingen, zoals zijn opvolger George Bush die naar verluidt huldigde, op zijn tellen passen. ”Progressief” en ”Republikein” waren woorden geworden die niet meer te combineren waren. „Hij maakte van het conservatisme een meerderheidsideologie in de Verenigde Staten”, zegt Stephen Hess, een politicoloog die onder Dwight Eisenhower en Richard Nixon in het Witte Huis werkte. En zo kon het gebeuren dat president Bill Clinton en de Democraten twee oude Republikeinse doelstellingen tot de hunne maakten: het sluitend maken van de federale begroting en de afschaffing van een sociaal stelsel dat zijn wortels had in Franklin Roosevelts New Deal.

Ronald Wilson Reagan werd op 6 februari 1911 geboren in Tampico in de staat Illinois als tweede zoon van Nelle en John Reagan. Vader John, een schoenverkoper die alcoholist was en zijn gezin maar met moeite kon onderhouden, vond om de een of andere reden dat de baby eruit zag als een Nederlander en zo kwam Reagan aan zijn bijnaam ”Dutch”. Toen Reagan negen was verhuisde de familie naar Dixon, ook in Illinois. Daar volgde hij de middelbare school, waar hij actief was op het gebied van sport en toneel en voorzitter werd van de leerlingenraad. Hij ging economie en sociologie studeren aan het Eureka College, wijdde zich ook hier aan zijn hobby’s en werd wederom voorzitter van de studentenraad.

In 1932 studeerde hij af en ging hij als sportverslaggever werken. In 1937 werd hij na een screentest gecontracteerd door filmmaatschappij Warner Bros en speelde hij zijn eerste rol als radioverslaggever in een film.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakte hij opleidingsfilms voor de Amerikaanse manschappen. Terug in Hollywood kwam zijn carrière niet meer van de grond en stapte hij over op tv, een medium dat hem meer nog dan de film bekendheid gaf.

In 1964 hield hij ten behoeve van presidentskandidaat Barry Goldwater een televisietoespraak waarin hij de Amerikanen voorhield „hier de vrijheid te verdedigen” of deze voorgoed verloren te zien gaan. De golf van positieve reacties op de toespraak, waarin hij alle thema’s aanroerde -belastingen, overheidsbemoeienis, bureaucratie- die de Republikeinen nu nog hoog in het vaandel dragen, betekende voor Reagan een ommekeer. Een groep rijke zakenlieden wist hem ertoe over te halen zich kandidaat te stellen voor het gouverneurschap van Californië.

De zittende gouverneur, de Democraat Pat Brown, deed honend over „die acteur”, maar als zovelen na hem moest hij later erkennen Reagans aantrekkingskracht schromelijk te hebben onderschat. In 1966 versloeg Reagan Brown met 700.000 stemmen verschil.

Na een ambtstermijn zonder schandalen waarin hij een verrassend gematigd beleid had gevoerd werd Reagan in 1970 met gemak herkozen. In weerwil van zijn conservatieve retoriek had hij tweemaal zo veel uitgegeven als zijn voorganger en de meest liberale abortuswet van het land goedgekeurd. Later zei hij niet te hebben geweten dat de wet zo ver ging.

Vanaf 1968 stelde Reagan pogingen in het werk om president te worden. In 1976 verloor hij de Republikeinse nominatie aan de toenmalige president Gerald Ford, maar toen die de verkiezingen verloor van Jimmy Carter was Reagan vanaf het begin de aangewezen persoon om in 1980 de strijd met Carter aan te gaan. Hij speelde even met de gedachte Ford als zijn ”running mate” te vragen, maar koos uiteindelijk zijn belangrijkste rivaal bij de nominatie, Bush, ook al had deze hem beticht van „voodoo economics.”

Na twee ambtstermijnen als president trok Reagan zich in 1989 terug in Bel Air, de enclave van de rijken in Los Angeles, om zijn memoires te schrijven en zijn toespraken te bundelen. Ook gaf hij zich op voor het lucratieve lezingencircuit. Reagans onthulling dat hij aan de ziekte van Alzheimer leed bracht een golf van sympathie teweeg - en bewondering voor de moed om dat persoonlijk aan de wereld te vertellen.

In de jaren negentig takelde hij snel af. Sinds oktober 1999 kon Reagan niet meer praten en herkende hij zijn eigen dochter niet meer. In januari 2001 brak hij een heup en eind 2003 meldde een tijdschrift dat hij nog zelden wakker was.

Het grootste schandaal uit Reagans presidentschap, de verkoop van wapens aan Iran in ruil voor de vrijlating van Amerikaanse gijzelaars in Libanon en gebruik van het daarmee verdiende geld om de tegen de marxistische Nicaraguaanse regering vechtende rechtse Contra-rebellen te betalen, bleef hem na zijn pensionering achtervolgen. Tijdens de rechtszaak tegen zijn voormalige nationale veiligheidsadviseur Oliver North kwam naar buiten dat Reagan veel nauwer bij de zaak betrokken was geweest dan hij steeds had volgehouden. Toen bleek dat hij wel degelijk andere landen had aangemoedigd de Contra-rebellen ook te steunen, terwijl hij steeds had beweerd niet eens te hebben geweten dat het geld dat was verdiend met de verkoop van wapens aan Iran naar de Contra’s was gegaan.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer