HVC-directeur: Bemoedigd in Noord-Irak
Hoewel er nog tienduizenden vluchtelingen in de regio zijn, wordt er in Noord-Irak al vooruitgeblikt op de toekomst van de regio. Het referendum volgende week woensdag over de onafhankelijkheid van Koerdistan speelt daarbij een belangrijke rol.
Directeur Jan Dirk van Nifterik van de stichting Hulp Vervolgde Christenen (HVC) wil christenen in Noord-Irak bemoedigen, zo vertelt hij. Deze week is hij in het gebied, om te kijken hoe het er voor staat met jezidi’s en christenen die drie jaar geleden halsoverkop moesten vluchten voor strijders van Islamitische Staat (IS). Nu deze beweging bijna verslagen lijkt, wordt er in Noord-Irak nagedacht over de toekomst, zegt Van Nifterik.
Voor hulpverleningsorganisaties is het nog aftasten hoe er moet worden omgegaan met de Koerdische wens voor onafhankelijkheid en de mogelijke terugkeer van tienduizenden vluchtelingen naar andere delen van Irak. Van Nifterik: „Er zitten nog vluchtelingen in de kampen, maar er zijn er ook die al terug kunnen en willen naar de huizen in hun dorp. Daardoor ontstaan er verschillende aandachtsgebieden voor de hulporganisaties.”
Van Nifterik bezocht de afgelopen dagen verschillende gezinnen in vluchtelingenkampen, „om te luisteren naar hun verhalen en hen te bemoedigen. Verder bezochten we dorpjes die bevrijd zijn van IS, om de schade op te nemen en om de mogelijkheden voor terugkeer te bespreken.”
HVC helpt sinds 2014 vluchtelingen in Noord-Irak. In eerste instantie ging het om voedselhulp rond Mosul. Later werden er in kampen en sommige dorpen in Noord-Irak en Syrië voedselpakketten en babyvoeding gebracht. Van Nifterik: „Ook hebben we scholen en een mobiele kliniek gesteund. We proberen praktische hulp te combineren met geestelijke ondersteuning. Via lokale kerken hebben we duizenden Bijbels mogen verspreiden.”
Deze week opende in een jezidi-kamp een door HVC gesteunde bakkerij, waar voor een lage prijs broden worden verkocht. De baksters en de missionair werkers van de lokale kerk knopen gesprekken aan met de klanten en delen het Evangelie, aldus Van Nifterik. „Minderheden, zoals jezidi’s, hebben God ook nodig. In Qaraqosh hebben we een trainingscentrum geopend, waar teruggekeerde vrouwen hulp bij het verwerken van trauma’s ontvangen. Hier worden ook praktische vaardigheden aangeleerd, zoals het leren omgaan met een naaimachine.”
Nu vluchtelingen terugkeren, gaat de aandacht ook uit naar het herstel van materiële schade. In diverse dorpen zijn huizen en kerken vernield. Van Nifterik: „Er is veel geroofd. Sommige mensen zijn alles kwijt. Wederopbouw kost enorm veel geld. Als het mogelijk is willen we de allerarmsten daarbij helpen.” Gemiddeld hebben vluchtelingen die terugkeren naar hun plaats van herkomst, tussen de 1500 en 2000 euro nodig om hun huizen weer bewoonbaar te maken. „Veel mensen kunnen dit niet betalen. In sommige dorpen kan de veiligheid nog niet worden gegarandeerd, of ontbreken nog basisvoorzieningen, zoals voedsel en schoon drinkwater.”
Van Nifterik noemt de gesprekken die hij heeft met christenen heel leerzaam. Velen vertellen hem dat hun geloof alleen maar sterker is geworden. „Het is bijzonder dat de meeste mensen niet boos zijn op God omdat ze moesten vluchten, maar Hem dankbaar zijn dat ze op tijd in veiligheid zijn gebracht. Ze somberen niet dat ze zo weinig hebben overgehouden, maar delen van wat ze nog hebben met anderen.”