Het bureau begon gisteren een campagne om de Noordzeegarnaal vaker op het menu te krijgen.

Met de campagne wil het Visbureau meer dan alleen Nederlanders aan de Noordzeegarnaal krijgen, ze moeten ook eens wat anders proberen dan de overbekende garnalencocktail. Met advertenties en een receptenboekje wil het bureau de fantasie van de Nederlander prikkelen. Ook komt er een website en een telefoonnummer voor informatie.

Niet dat Nederlanders de garnaal massaal links laten liggen. Vorig jaar aten zij 10 procent meer dan het jaar ervoor. Maar nog steeds geeft slechts een op de tien huishoudens aan wel eens Hollandse garnalen te eten, zo blijkt uit een enquête onder 4400 huishoudens. „Er is dus nog een hele markt te winnen", aldus een woordvoerster van het visbureau.

Een van de voordelen van de doorgaans bleke Noordzeegarnaal boven zijn exotische roze neefje is dat de Nederlandse soort ecologisch verantwoord wordt gevangen, zegt ze. De onderwaternatuur heeft er nauwelijks last van en er is weinig bijvangst.

Ook is er van overbevissing geen sprake. Het aantal vergunningen dat is afgegeven wordt niet uitgebreid en de Nederlandse, Duitse en Deense vissers hebben onderling afspraken gemaakt over quota.

Over dat laatste ‘voordeel’ is de mededingingsautoriteit NMa overigens maar matig te spreken. Het heeft inmiddels een onderzoek ingesteld naar de prijsafspraken.

Nederlandse kotters brachten vorig jaar 8,5 miljoen garnalen aan wal, ruim een kwart meer dan het jaar ervoor. Een groot deel daarvan wordt uitgevoerd naar België.