De hoedjes: klein, ingetogen, sprankelend, soms met statements
Klein en ingetogen waren veel hoeden op Prinsjesdag, vindt hoedenontwerper Elisabeth de Meulmeester (61). Welke vrouw sprong er in haar ogen uit? Voor welk type hoofdbedekking werd dinsdag het meest gekozen? En wie had écht iets bijzonders op haar hoofd?
U hebt dinsdag de hoedjesparade goed bekeken. Wat of wie viel u op?
„In elk geval koningin Máxima. Ze droeg een hoed zonder rand: een toque. Op zich is dat niet uniek, maar meer dan op eerdere Prinsjesdagen straalde haar combinatie rust uit. Haar japon was een heel ingetogen, klassieke A-lijn van het Belgische modehuis Natan. De stof was van transparant brokaat met daarop bloemen. De toque die ze erbij droeg, bestond uit hetzelfde materiaal.
Prinses Laurentien droeg een prachtige, beklede turban, een ‘open’ hoed. Helemaal in balans. Tezamen met de oorbellen en haar prachtige japon van het Haagse modehuis Hardies was ze ook een lust voor het oog. Zeer smaakvol.
Verder viel me op dat er dit keer veel ”fascinators” werden gedragen: decoraties die het hoofd niet bedekken, maar versieren. Dames die voorheen voor grote hoeden kozen, hadden nu iets heel kleins in het haar. Ik zag bijvoorbeeld Kamerlid Keijzer van het CDA en de echtgenotes van minister Plasterk en minister Blok met een fascinator op hun hoofd.”
Wat vond u de mooiste, creatiefste of origineelste hoed?
„Dat zijn er een paar. Vooral die van minister Hennis van Defensie sprong eruit. Zij droeg een heel gedurfde rode hoed, met een mooie, opengewerkte rand. Ze doet haar ministerschap eer aan: de rand geeft zacht strijklicht weer met mooie schaduwkanten. De koker en de rand vormen een mooi geheel. Een heel krachtig samenspel. Ook weer een lust om naar te kijken.
Minister Dijksma droeg ook een hoed die helemaal bij haar past: een met humor en sprankeling. De kleur was die van haar partij, de PvdA. Zowel de rand als de bol lijken te bewegen. Met daarbij de bewegende veertjes en hanenpen krijgt het geheel nog extra schwung. De hoed past mooi bij haar ronde gezicht. Ze is klein van stuk; dit ontwerp geeft haar meteen ook lengte.
Minister Bussemaker droeg een hoed met veren. Normaal gesproken houd ik daar niet van, maar met deze variant heb ik geen enkele moeite. Het is helemaal in balans.”
Wie was het duidelijkst in haar politieke statement via haar hoed?
„Dat was overduidelijk fractievoorzitter Thieme van de Partij van de Dieren. Zij koos voor een statement-hoed, om honderd jaar vrouwenkiesrecht onder de aandacht te brengen. Een prachtige, grote, asymmetrische hoed met sterke lijnen en een grote strik voorop. Voor mij betekent dat: hier ben ik, je kunt niet om mij heen.
Ook kamerlid Dik-Faber van de ChristenUnie sprong eruit. Haar japon was gemaakt van oude klederdrachtstoffen, onder het motto ”Voorwaarts, met behoud van traditie”. Op haar hoofd draagt ze een soort fascinator met ronde boog. Samen met haar tas vormt het een verfrissend geheel, wat ik kan waarderen.”