Kale, sobere Prinsjesdag kwam wel vaker voor
Het voelt raar en kaal aan: na Prinsjesdag geen algemene politieke beschouwingen (APB). Na de pracht en praal van koets, Troonrede en saluutschoten hóórt toch politiek vuurwerk te volgen? Toch kwam het in het verleden vaker voor dat de APB werden overgeslagen. Sinds 1977 ten minste vijf keer.
De meerderheid van de Kamerfracties was er enkele weken geleden snel uit. Berichtte informateur Zalm dat de formatie niet afgerond kon worden vóór Prinsjesdag? Oh, dan dit jaar maar geen APB. Het heeft immers weinig zin, oordeelden de meeste partijen, om met een demissionair kabinet over een beleidsarme begroting een groot debat te houden? Dan liever de messen slijpen voor het debat over de regeringsverklaring van Rutte III; al zit de Kamer op de feitelijke vorming van dat kabinet nog steeds te wachten.
Toch voelt het vreemd aan. Nederland is het immers gewend dat na de feestelijkheden en het ritueel van Prinsjesdag de politieke strijd losbarst. Meteen de dag erna kruisen de Kamerfracties in een debat dat als het grootste en belangrijkste van het jaar wordt beschouwd, de degens. Zo zijn we dat althans gewend. Tijdens de APB worden partijen geacht alles uit de kast te halen om zich met creativiteit, diepgang en fraaie woordspelingen uit te laten over de hoofdlijnen van het regeringsbeleid.
Maar dit jaar dus niet. Tenminste, voorlopig niet. Zou morgen, normaal gesproken, de plenaire zaal van de Tweede Kamer hebben gegonsd van het geroezemoes van ministers, staatssecretarissen en alle 150 Kamerleden; dit keer is het er verhoudingsgewijs stil. Een debatje over een wijziging van de Wegenverkeerswet, een kort debat over vervroegd pensioen voor zware beroepen, een gedachtewisseling over het burgerinitiatief ”Een dier is geen ding”. Dat soort kwesties. Niet onbelangrijk, maar in vergelijking met de APB toch klein bier.
Nogmaals: vreemd. Maar niet uniek. De achterliggende veertig jaar kwam dit ten minste nog vijf keer voor. Een overzicht.
1977
Eindelijk stond er, op 19 december 1977, een ministersploeg op het bordes. Maar wel een heel ander kabinet dan het volk maandenlang had verwacht! Na de langdurigste politieke barensweeën die Nederland ooit gekend had, een formatie van negen maanden, stond daar niet het kabinet-Den Uyl II, maar -Van Agt I. De PvdA had in de onderhandelingen haar hand overspeeld. En ”ome Joop” moest het premierschap overdragen aan zijn grootste rivaal, Van Agt. Híj verdedigde in dat jaar in de Kamer de regeringsverklaring, en niet de gedesillusioneerde PvdA-voorman.
1981
Ook de formatie van het kabinet-Van Agt II mocht er, in 1981, qua lengte zijn. Dit keer deden de onderhandelaars er ‘slechts’ 108 dagen over. Maar omdat het kabinet pas op 11 september beëdigd werd, werd ook toen besloten geen APB te houden, maar meteen door te stoten naar het debat over de regeringsverklaring. Toch duurde het nota bene nog tot november voor dat debat er kwam, omdat Van Agt I intern al meteen ruzie kreeg over de financiën. Na een lijmpoging kon het kabinet eindelijk uit de startblokken komen. Om overigens na ruim acht maanden alweer te vallen.
1989
Nee, in 1989 lag het niet aan de lengte van de formatie dat de APB werden geschrapt of –zo men wil– samengevoegd met het debat over de regeringsverklaring. CDA-leider Lubbers fikste het namelijk in het keurige tijdsbestek van 62 dagen om, na twee keer met de VVD te hebben geregeerd, nu een regeringsploeg samen te stellen met de PvdA. Maar omdat de Kamerverkiezingen op 6 september vielen en de eerste formatieopdracht op 8 september verstrekt werd aan CDA’er De Koning, hadden APB in die dagen geen zin. De Kamer moest tot november wachten voor zij het grootste beleidsdebat van het jaar kon houden.
2010
Was de formatie van 1977 een uitermate roerige, die van 2010 was eveneens tumultueus. Door de stevige overwinning van de PVV –gegroeid van 9 naar 24 zetels– konden Wilders en de zijnen niet zomaar buiten een kabinet worden gehouden. Tegelijk bestond er binnen het CDA veel weerstand tegen samenwerken met de PVV, wat garant stond voor een formatie met veel gedoe en gesteggel. Tot uiteindelijk dit konijn uit de hoge hoed kwam: een minderheidskabinet van VVD en CDA met –heel uniek– gedoogsteun door de PVV. Dáár kon de oppositie, in het debat over de regeringsverklaring (26 en 27 oktober) zijn tanden in zetten!
2012
Prinsjesdag zonder APB is niet uniek. Ook vijf jaar geleden ging het zo. Aan de lengte van de formatie lag het toen niet. Rutte (VVD) en Samsom (PvdA) zetten pijlsnel –om precies te zijn in 52 dagen– een kabinet in elkaar. Maar ook hier was, net als in 1989, de verkiezingsdatum de ‘stoorzender’. Op 12 september mocht Nederland, nadat Rutte I door de Catshuisbreuk was gevallen, naar de stembus. Al op 13 en 14 november kon de Tweede Kamer ‘los’ gaan. „Wat een bende, Rutte buigt voor socialisten”, mopperde Wilders in het debat over de regeringsverklaring. Begrijpelijk, híj was in alle opzichten de verliezer.