Koning heropent Huis der Provincie Gelderland
Koning Willem-Alexander komt woensdag het Huis der Provincie in Gelderland openen. Zijn grootmoeder koningin Juliana deed dat in 1954 ook al, maar het rijksmonument is de afgelopen jaren drastisch gerenoveerd, aangepast aan de eisen van de tijd en uitgebreid met nieuwbouw. De verbouwing heeft 42,5 miljoen euro gekost.
Het provinciehuis werd in de loop der jaren te klein. Het gevolg was dat de provinciale organisatie verdeeld raakte over vijf gebouwen in Arnhem. Begin deze eeuw zijn daarom plannen gemaakt om een heel nieuw provinciehuis te bouwen. Dat zou 74 miljoen euro gaan kosten. Veel partijen vonden dat in een tijd van economische crisis te duur. Bovendien is de bestuurslaag aan het inkrimpen. Daarom is uiteindelijk besloten om het Huis der Provincie te renoveren en daar een nieuw gedeelte aan vast te bouwen. De bouw en renovatie hebben bijna drie jaar geduurd
Het Arnhemse Huis der Provincie uit 1954 is een voorbeeld van de wederopbouwtijd na de Tweede Wereldoorlog. Reliëfs op de buitenmuren herinneren aan de Slag om Arnhem in 1944 en het herstel van de verwoeste stad. Het huis is een zogenoemd totaalkunstwerk: architectuur, interieur en kunst zijn gezamenlijk ontworpen.
Het gebouw is nu duurzamer en energiezuiniger gemaakt, terwijl de karakteristieke open binnenplaats een isolerende overkapping heeft gekregen. De talloze aparte kantoren en werkruimtes hebben plaatsgemaakt voor open kantoortuinen met flexibele werkplekken. De nieuwbouw heeft grotendeels glazen gevels, omdat de provincie „een open en transparante organisatie” wil zijn. Luchtbruggen verbinden het monumentale deel met de nieuwbouw.
Op 30 september houdt de provincie open huis.