Uit een onderzoek van deze krant blijkt dat er binnen de SGP verdeeld over de kwestie wordt gedacht en dat de argumenten sterk uiteen lopen. Tegenstemmers voeren vooral aan dat de islam een valse religie is. Kolijn vindt echter dat het punt van de godsdienstvrijheid een zaak van de rijksoverheid is. Aan raadsleden wordt volgens hem niet gevraagd of ze principieel ruimte willen bieden voor de islam als religie.

Aanleiding voor het RD-onderzoek is het komende congres van het studiecentrum van de SGP waarop over de plaats van de religie in het publieke leven wordt gediscussieerd. Een rondgang langs raadsleden en bestuurders wijst uit dat nogal wat SGP’er niet goed raad weten met de vraag of en voor wie de godsdienstvrijheid beperkt zou moeten worden.

Directeur J. Mulder van het studiecentrum zegt dat de consequenties van een tegenstem tegen een moskee onvoldoende zijn doordacht. „We zijn teveel gefocust op de moskee, maar wat doen we met een synagoge, een roomse kerk, een koninkrijkszaal of een vrijzinnige kerk? Wijzen we die op grond van valse godsdienst ook af of niet? Ik neem waar dat we met het argument van de valse godsdienst vastlopen. We ontkomen er niet aan dat de gemeenschap een bepaalde mate van tolerantie aan de dag legt.”