Deze fiets heeft richtingaanwijzers nodig, vindt de minister
Den Haag wil verplichte richtingaanwijzers voor de zogenoemde speed pedelec, een elektrische fiets die snelheden tot 45 km/u kan bereiken. Het ministerie van Infrastructuur gaat kijken of of er in Europees verband draagvlak is voor een dergelijke stap. Het moet de veiligheid vergroten, ook voor de gebruikers zelf van de inmiddels ongeveer 13.000 geregistreerde speed pedelecs.
Minister Melanie Schultz reageert op aanbevelingen van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV). Deze organisatie bekeek de effecten van de Europese regelgeving die hier sinds begin dit jaar voor de speed pedelec geldt, waardoor de rijders zich aan de regels voor bromfietsers dienen te houden. Het onderzoek laat zien dat speed-pedelecrijders op vrijliggende fietspaden met een hoge gemiddelde snelheid (29 km/u) rijden. Het SWOV ziet daarin een hoger risico op een ongeval voor de speed-pedelecrijder en andere verkeersdeelnemers.
Op de rijbaan, waar de speciale fiets ook mag worden gebruikt, ligt de gemiddelde snelheid van de speed pedelec op 32 km/u. Dit is fors lager dan de maximumsnelheid van 50 km/u, waardoor de kans op een ongeval kleiner is dan met vergelijkbare snelheden op een fietspad. Maar niet alle automobilisten reageren even begripvol op de speedpedelec, aldus het SWOV-onderzoek.
Schultz vindt daarom niet alleen verplichte richtingaanwijzers nodig, naast het inmiddels al verplichte remlicht. Ze wil ook de voorlichting over het relatief nieuwe „fenomeen” speed pedelec een extra impuls geven, en daarmee automobilisten en andere weggebruikers bereiken.
Milieudefensie ziet in dit soort snelle fietsen een belangrijke vervanging voor de auto, zeker voor woon-werkverkeer. „Hier moet ruimte voor gemaakt worden. Het is raar dat deze snelle fietsen nu zelfs niet op snelfietspaden mogen rijden. In de binnenstad kunnen speed-pedelecs gewoon met een maximumsnelheid op het fietspad, in plaats van zich verplicht te moeten mengen tussen gevaarlijk en vervuilend verkeer.”
De minister wijst er verder op dat wegbeheerders een fietspad kunnen veranderen in een bromfietspad, of de mogelijkheid hebben bijvoorbeeld de snelheid op de rijbaan te verlagen om gevaarlijke situaties te verkleinen. Samen met de Nederlandse fietsindustrie wil ze ook kijken naar een nieuwe techniek waardoor op bepaalde plekken speed pedelecs technisch niet harder kunnen (geofencing).