Dow Jones zet recordreeks voort
De Dow-Jonesindex is vrijdag opnieuw op een recordstand gesloten. Het was de vierde dag op rij dat de leidende index een nieuw slotrecord wist neer te zetten. Ook de brede S&P 500 zette een record neer en sloot voor het eerst boven de 2500 punten. De beurzen in New York gingen na een voorzichtig begin van de dag over de volle breedte omhoog.
Beleggers leken zich niet al druk te maken over een Noord-Koreaanse rakettest en een door IS geclaimde aanslag in de metro in Londen. Ook wisselend macro-economisch nieuws drukte het sentiment niet al te zeer.
De Dow-Jonesindex sloot de laatste handelsdag van de week af met een winst van 0,3 procent op 22.268,34 punten. De bredere S&P 500 klom 0,2 procent naar 2500,23 punten. Technologiegraadmeter Nasdaq ging 0,3 procent omhoog en sloot de week op 6448,47 punten.
De reeks macro-economische cijfers gaven een gemengd beeld. Het consumentenvertrouwen kroop iets omhoog, maar de winkelverkopen waren juist lager dan in juli. Ook de industriële productie ging omlaag. In de regio New York groeide de industrie echter sterk
Oracle kreeg de handen niet op elkaar met zijn beter dan verwachte kwartaalcijfers. Het bedrijf kwam met tegenvallende prognoses voor de omzet uit clouddiensten. Het aandeel verloor 7,7 procent.
Nvidia bewoog zich juist in tegengestelde richting, na positieve geluiden van een analist. De chipfabrikant won 6,3 procent. Ook andere chipmakers gingen omhoog. AMD won ruim 2 procent, Intel steeg 1,4 procent.
Apple had sinds de presentatie van nieuwe iPhones op dinsdag alleen nog maar verlies geleden. Het aandeel was door die dalingen echter weer aantrekkelijk geworden en de techgigant ging vrijdag 1 procent omhoog.
Aanbieders van cruises hadden opnieuw te lijden van de gevolgen van orkaan Irma. Dat leidde tot verliezen van 1,7 tot 4,1 procent voor Carnival, Royal Caribbean en Norwegian Cruise Lines.
Equifax kreeg een tik op de vingers van justitie in de VS die een hack bij het bedrijf onderzoekt. Het aandeel in de kredietbeoordelaar daalde 3,8 procent.
De euro was 1,1946 dollar waard, tegen 1,1959 dollar bij het sluiten van de Europese beurzen eerder op de dag. Een vat Amerikaanse ruwe olie bleef vrijwel vlak en kostte 49,89 dollar. Brentolie werd 0,1 procent duurder op 55,54 dollar per vat.