Vers water helpt een zieke zwaan
Mevrouw zwaan plonst in het water, schudt haar veren en zwemt rechtstreeks naar meneer zwaan. Met hun koppen en halzen vormen ze direct een hartje.
Dierenambulance Drechtsteden plaatste vorige week een filmpje op Facebook waarin te zien is hoe een vrouwtjeszwaan, die eerder uit het water was gehaald om te worden behandeld tegen botulisme, wordt herenigd met een mannetjeszwaan. Het filmpje is inmiddels bijna 5 miljoen keer bekeken en alle kijkers worden er blij van.
Over wat de dierenambulance zoal doet, verscheen onlangs ”Mee met de dierenambulance” van Bibi Dumon Tak, een bundeling van ”We gingen achter hamsters aan” (2014) en ”We gingen op krokodillenjacht” (2015). Grote kans dat dierenliefhebbers deze waargebeurde verhalen al kennen. Ik las ze nog niet eerder, maar deze zomer wilde ik de bundel opeens lezen, omdat ik op een ochtend de dierenambulance had zien staan bij een groot, bruin dier in de berm. Een das. De ambulancemedewerkers keken of de das nog leefde, en daarna of het soms een vrouwtje was dat ergens jongen had.
Pluisje
Net daarvoor had ik midden op de weg iets zien zitten. Eerst leek het een blaadje, toen een pluisje, toen bleek het een vogeltje, en het zat rond te kijken, precies op de witte streep. Ik reed erlangs, keerde daarna, en keerde nog eens. Auto’s en vrachtwagens rijden daar 60 of 80 kilometer per uur. De vogel was een eindje de weg op gedwarreld. De veertjes op z’n kruin waren rommelig. Eerste vlucht, net uit het nest? Hij pikte vinnig in mijn hand toen ik hem oppakte en langs een stille zijweg neerzette in hoog gras. Vleugels, pootjes, alles leek nog helemaal heel.
Moet je daar midden op de weg voor stoppen, zou je kunnen zeggen. Ja, soms moet dat, mits er geen auto’s aan komen razen natuurlijk. Het is een heel leven, ook al weegt het haast niks.
De das, verderop, was dus dood. Langs de weg zie je haast dagelijks aangereden dieren liggen. Dat is treurig, en het is ook beroerd als je er zelf één aanrijdt. Voor het dier kun je dan de dierenambulance bellen, die biedt eerste hulp. Als het nodig is, brengen de medewerkers een slachtoffer naar de dierenkliniek. Of ze zorgen dat een baasje haar dode kat kan ophalen – nadat ze het dier eerst toonbaar maken, zoals tante Lien doet in ”Mee met de dierenambulance”.
Door rood
Schrijfster Bibi Dumon Tak, die vooral non-fictie voor kinderen schrijft en daar Zilveren Griffels en een Gouden Griffel voor kreeg, werd vrijwilligster op een dierenambulance. In haar verhalen hierover neemt ze de lezer mee door rood licht (ook al mag de dierenambulance niet door rood licht rijden), naar een inbeslagname van zwaar verwaarloosde muskuseenden in de haven, naar een zwaan op de snelweg. Haar team vindt hamsters in een laatje, vangt een vleermuis in de lift, redt baasjes van een kwaaie kat, brengt verdwaalde honden thuis.
Ook Bibi Dumon Tak stuit op een zwaan met botulisme, zoals Dierenambulance Drechtsteden onlangs. Zo’n dier haal je niet zomaar uit het water, blijkt uit Dumon Taks verslag. De remedie tegen botulisme is: vers drinkwater. Dat soort zaken leer je door het lezen van dit boek.
Na elk hoofdstuk volgt feitelijke informatie, zoals: „Botulisme komt vooral voor bij watervogels zoals eenden, ganzen, zwanen en meeuwen. (…) Als we er op tijd bij zijn kunnen we zieke vogels met schoon water, een aantal keren per dag, ‘doorspoelen’. De bacterie verdwijnt dan geleidelijk uit de maag en darmen.”
Bewondering
De verhalen van Bibi Dumon Tak zorgen ervoor dat je extra bewondering krijgt voor de medewerkers van de dierenambulance, die op zonnige dagen, in late avonden en bij nacht en ontij paraat staan. Om gewonde of dode dieren van de weg te halen, en te checken of een dood vrouwtjesdier soms nog jongen in het veld heeft liggen. Ze gaan stug door met hun werk en maken intussen ook veel mensen blij – wie wil nu niet dat zo’n zwaan wordt gered? Of dat een doorweekt duifje uit een put wordt gehaald? „Eigenlijk zou je dit kunnen zeggen: de mensenambulance is er voor mensen, en de dierenambulance is er voor dieren én mensen.”
Dierenambulance
Iedere regio in Nederland heeft zijn eigen dierenambulance. De dienst wordt doorgaans aangestuurd door een organisatie die gebruikmaakt van vrijwilligers. Bibi Dumon Tak schrijft over die van Amsterdam, waar meer dan honderd mensen werken. Medewerkers krijgen een opleiding dieren-EHBO en bemannen bij toerbeurt de ambulance: 24 uur per dag, 7 dagen per week. De meeste dierenambulances zijn te bereiken via 0900-0245. De organisatie werkt met zeer weinig geld en is afhankelijk van giften en geld van de gemeente. Soms zijn de voertuigen hard aan vervanging toe, blijkt uit het boek van Bibi Dumon Tak.
Boekgegevens
”Mee met de dierenambulance”, Bibi Dumon Tak; uitg. Querido, Amsterdam/Antwerpen, 2017; ISBN 978 90 451 2087 4; 336 blz.; € 16,50.