Op 8 september bracht Human Rights Watch een rapport uit over de situatie in Jemen. Er werden zware beschuldigingen geuit tegen de door Saudi-Arabië aangevoerde coalitie die in Jemen sinds 2015 bombardementen uitvoert.

Dit rapport sloot aan bij de woorden van Mohammed Ali Alnsur, die het hoofd is van de Mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties voor het Midden-Oosten. Alnsur zei onlangs in Genève dat „we in Jemen getuige zijn van de grootste humanitaire catastrofe ter wereld.” Die was volgens hem het resultaat van een combinatie „van conflict, cholera en voedselonzekerheid.”

Cholera heeft in Jemen epidemische vormen aangenomen. Bijna een half miljoen Jemenieten zijn al door deze ziekte besmet. Ziekenhuizen functioneren veelal niet meer en door de blokkade van havens en vliegvelden is de aanvoer van voedsel en medicijnen vrijwel onmogelijk.

Alle bij de Jemenitische oorlog betrokken partijen zijn verantwoordelijk voor deze situatie. Analyses waarin uitsluitend Saudi-Arabië de zwartepiet krijgt toegespeeld, zijn eenzijdig.

Oorlogen in het Midden-Oosten worden vaak gezien als gewapende confrontaties tussen de sjiitische en de soennitische tak van de islam – en meer concreet als een verkapte oorlog tussen Iran en Saudi-Arabië. Veel conflicten in het Midden-Oosten zijn echter in essentie van lokale aard. Dit geldt ook voor de oorlog in Jemen.

In 2011 bereikte de Arabische onrust ook Jemen, dat al dertig jaar werd geregeerd door president Ali Abdullah Saleh. De protestbeweging in Jemen kreeg echter een gewelddadig karakter en de Arabische Golfstaten wisten te bereiken dat president Saleh in 2012 aftrad ten gunste van zijn vicepresident Mansur Hadi. Er kwam een politiek transitieproces op gang dat werd gesteund door Saudi-Arabië, dat immers belang had bij rust in zijn achtertuin.

Probleem was echter dat ex-president Saleh zich nooit heeft neergelegd bij zijn machtsverlies. Achter de schermen probeerde hij zijn opvolger onderuit te halen.

Ergens in 2012 sloot Saleh een verbond met de Huthirebellen die net als Saleh zelf tot de sjiitische islam behoren. Dat deze religieuze component verwaarloosbaar is, blijkt uit het feit dat Saleh als president zes bloedige oorlogen heeft gevoerd tegen deze Huthi’s. Als ex-president zag Saleh in deze Huthi’s echter een instrument om opnieuw te macht te verwerven.

In september 2014 veroverden de Huthi’s de hoofdstad Sanaa zonder dat ze werkelijk een plan hadden om Jemen te besturen. Het stortte Jemen echter in chaos en leidde tot het vertrek van de regering. Een aantal Arabische landen raakte betrokken bij de daaropvolgende oorlog in Jemen, maar de kern van het conflict in Jemen is lokale onenigheid over de bestuursvorm van het land. De oplossing kan daarom slechts van Jemenitische makelij zijn.