Benzinetoeristen massaal naar België
Automobilisten wippen en masse de grens over. Lege tank heen, volle terug. Tanken bij de buren loont. De benzineprijzen in België liggen 15 tot 17 eurocent onder de landelijke adviesprijzen in Nederland. Een tanktoerist gooit in Maaseik (B.) ook en passant even twee kloeke jerrycans in zijn kofferbak vol. „’t Scheelt me handenvol geld.”
De olieprijs staat op een extreem hoog niveau. De westerse wereld en China slurpen om het hardst uit de oliebronnen. Aanslagen en gijzelingen vergroten de onzekerheid op de markten en stuwen de tarieven op tot ongekende hoogte. De olieprijzen vertalen zich in de prijs aan de pomp. De literprijs komt angstig dicht bij de grens van 3 oude guldens (1,36 euro).
De hoge brandstofprijs geeft een nieuwe impuls aan het tanktoerisme. Het verschil in brandstofprijzen is groot. Terwijl Duitsland de accijns inmiddels heeft opgetrokken tot een Nederlands niveau, blijven de Belgen aanmerkelijk minder vragen. De benzineprijs bij de zuiderburen ligt daardoor op dit moment zo’n 15 tot 17 cent onder de adviesprijs in eigen land. Diesel zit op hetzelfde niveau.
Automobilisten in de grensstreek bedenken zich geen tweemaal. Bij sommige Belgische tankstations loopt het percentage Nederlandse klanten op tot 90. Tegelijkertijd komen veel Duitse dieselrijders naar België, omdat Duitse diesel zo’n 5 cent per liter duurder is dan Nederlandse.
Klagen
Pompstationhouders in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg klagen steen en been over het tanktoerisme. De grensstreek telt een paar honderd pompstations. Een beetje station verkoopt zo’n 2 miljoen tot 3 miljoen liter per jaar. Daarvan zou door tanktoerisme 20 tot 25 procent weglekken naar België.
Op het smalste stukje Nederland, bij het Limburgse Susteren, zijn de verschillen het sterkst merkbaar. Duitsland en België liggen op een steenworp afstand. Op het 6 kilometer smalle strookje Nederland staat een uitgestorven Total-tankstation. Vier pompen, een wasstraat en een shop. „Het is geen pretje om hier pompstationhouder te zijn”, erkent Roel Kellenes. „Je wordt er treurig van.”
Kellenes wordt dubbel gedupeerd. De afstand naar België is 1 kilometer, de afstand naar Duitsland 5 kilometer. Hij verliest daardoor veel klanten aan de Belgen, maar profiteert niet van de komst van de Duitse dieselaars. Die stoppen bij dichterbij gelegen stations.
De Total-tankstationhouder schat zo’n 20 tot 25 procent klandizie kwijt te zijn. „Onlangs heeft België de accijnzen iets verhoogd. Dat merk ik direct aan mijn omzet.” Om de verliezen enigszins binnen de perken te houden, moet hij noodgedwongen water bij de wijn doen. „Wij zitten 7 cent onder de landelijke adviesprijs. Het verschil is daarmee nog altijd 10 cent per liter met België. Dat is bijna het ouderwetse kwartje. Moet je zien hoeveel winst je daarmee weggooit”, verzucht hij.
Onverwacht komt een Renault cabrio het terrein oprijden. Met Belgisch kenteken. Een Belg?! „Ik had niet veel tijd, dus tank ik hier even”, zegt de bestuurster. „Hier is het lekker rustig. Bij ons staan er altijd zo veel mensen in de rij.” Ze lacht geruststellend. „Ik tank niet meer dan 15 euro hoor.”
Verdampt
Voor het Esso-tankstation in Maaseik (B.) vormt zich inderdaad een lange rij auto’s. Acht gele kentekenplaten staan op straat te wachten. „Ik ben student”, verdedigt Shirley van de Kamp haar tankgedrag. „Het scheelt me 10 euro op een tank.” Om in België te tanken, moet ze 7 kilometer rijden. „Ik heb een zuinige auto.” Een scheut benzine spat op de grond. De eerste winst is alweer verdampt.
Niet alleen de kleine beurzen stoppen in Maaseik. Een glimmende Porsche Carrera houdt halt. „Ik ben tanktoerist”, geeft de bestuurder toe. Z’n scheurijzer lust een slokje. „Rijdt 1 op 7. Als ik haast heb, ietsje meer.” De man haalt zijn schouders op. „Als je zo’n auto kunt betalen, lig je niet wakker van een tientje brandstofverbruik meer.” Maar dan toch voor een paar euro voordeel tanken in België? „Da’s waarschijnlijk m’n Hollandse zuinigheid, hé? Het is een gewoonte geworden.”
Eigenaar Das van het Esso-tankstation aan de Maastrichtersteenweg kan niet meer zonder deze klanten. „Als de Nederlanders wegblijven, sluit ik de tent.” Hij schat zo’n 30 tot 40 procent meer omzet te draaien door de Nederlandse tanktoerist. Hij heeft er geen moeite mee klanten van collega’s aan de andere kant van de grens weg te kapen. „Automobilisten moeten wel op hun hersens zijn gevallen als ze niet hier komen tanken. De rollen zijn nu eens omgekeerd. Acht jaar geleden verkocht ik minder dan 100 liter per dag.”
Zijn Nederlandse collega in Susteren is minder enthousiast. „Het doet pijn. Ik sta met de rug tegen de muur. Ik kan het spul ook niet weggeven.” Hij staat voor een dilemma. „Als ik mijn prijzen te veel laat dalen, veroorzaak ik in Nederland een prijzenoorlog. Vraag ik te veel, dan verdwijnt iedereen naar België. Nederlanders zijn echte prijskopers”, zegt hij wrang.
Harmonisatie
Volgens brancheorganisatie Bovag, die onder meer de belangen van tankstations behartigt, hebben pomphouders in het zuiden het moeilijk. „Ze kunnen er niets aan doen. De marge is te klein om te concurreren.” Van de circa 1,30 euro voor een liter euro loodvrij is de brutowinstmarge voor het pompstation 5 eurocent. Van de verkoopprijs verdwijnt 83,2 eurocent in de zak van de overheid. Hoeveel benzine er weglekt naar België kan woordvoerder Rob Boon absoluut niet zeggen.
De Bovag dringt al jaren aan op een harmonisatie van de accijnzen in Europa. „Alleen op die manier krijg je ongeveer gelijke brandstofprijzen in de EU.” De situatie is volgens Boon de afgelopen jaren wel enigszins verbeterd. „Maar het duurt allemaal veel te lang.” De Bovag geeft de moed niet op. „Wij blijven duwen.”