Ambtsdragersconferentie GB: Herdenken Reformatie kans om kern ervan door te geven
Voor wie gereformeerd wil zijn, is de Reformatie een ijkpunt. „Dit herdenkingsjaar biedt een kans om door te geven waar het inhoudelijk om ging.”
Dat stelde drs. P. J. Vergunst, algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond (GB) binnen de Protestantse Kerk in Nederland (GB), dinsdagavond in een lezing op een ambtsdragersvergadering van de GB in Woerden. Omdat Vergunst verhinderd was, werd zijn lezing voorgedragen door ds. J. J. ten Brinke, predikant te Stolwijk en lid van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond. De titel van de lezing luidde ”Van harte gereformeerd – bevrijdend Evangelie”. De titel is gelijk aan het jaarthema van de GB. Gisteren organiseerde de bond op verschillende plaatsen ambtsdragersvergaderingen over dit thema. Ook volgende week zijn er nog bijeenkomsten.
Gereformeerd is een woord waar mensen het mee gehad hebben, stelde Vergunst. Voor velen is de term een synoniem geworden voor mensen die elkaar de maat nemen, vastzitten in regels, wettisch denken, het verleden verheerlijken en niet meegaan met hun tijd. Wat christenen echter in de Reformatie ontvangen hebben, is een zaak van het hart. Gereformeerd zijn is niet maar de leer, het is léven, een leven voor Gods aangezicht, een leven tot Zijn eer, aldus Vergunst.
Leer en leven
Voor Calvijn is de leer meer dan een samenvatting van Bijbelse waarheden of het geheel van kerkelijke dogma’s. Leer en leven vielen voor de reformator niet te scheiden. De leer roept echter weerstand op. In de Reformatie was er geen sprake van een nieuwe leer, maar werd de leer van God Zelf, te weten de rechtvaardiging van de goddeloze, de verkiezing uit genade en de heiliging als vrucht, weer blootgelegd, stelt Vergunst.
De belangrijkste elementen uit deze leer zijn samengevat in kernwoorden die in onze belijdenisgeschriften zijn vervat. Het zijn documenten die een kerk van harte onderschrijft om haar identiteit te benoemen en waarin de hartslag van het geloof klopt. „Er flonkeren kernnotities uit de Heilige Schrift in. De belijdenis is diep en rijk, troostvol en geladen, weet van ernst, van hoop en verwachting.”
Vergunst constateerde dat de belijdenis een geringe rol speelt in de praktijk van kerk en geloof. De kerk is in veel uitingen „aan haar belijdenis ontzonken”, zo stelde hij. Dat resulteert in het verbleken van kernen als prediking, verkiezing, verzoening, verbond.
Spannender is de vraag op welke wijze de inhoud van de belijdenis in de gemeente en in het ambtelijk werk functioneert, aldus Vergunst. Niet dat het houvast in de belijdenisgeschriften ligt. Dat ligt in de God van de Schriften, over Wie de belijdenissen spreken. „Aan de theologie van de Reformatie houden we als Gereformeerde Bond van harte vast, in tegenstelling tot mensen die er een eigen theologisch sluitend systeem van hebben gemaakt.”
Prestatiedrang
De huidige tijd en cultuur kennen een enorme druk om te presteren. Dat kan verlammen, zo stelt Vergunst. Zo veel ballen in de lucht te moeten houden, veroorzaakt stress, ontevredenheid en depressiviteit. In deze context zijn het Evangelie en de leer van de rechtvaardiging bevrijdend. Allereerst vanwege onze zonde tegenover God. Vergunst: „Bedenk dat Niemand ons meer liefheeft dan Jezus Christus. Ik hoor uit gemeenten dat het Evangelie mensen verveelt. Komt dat omdat Luther ons leert dat Christus bij zondaars wonen wil, terwijl onze samenleving leert dat we onszelf moeten ontplooien? Laten we als kinderen van de Reformatie geloven in de kracht van het Woord. Dat houdt stand in eeuwigheid en zal geen duimbreed wijken, zo zong Luther.”