Koreaveteraan over Kim Jong Un: Die jongen heeft een grote mond
Hoe beleeft een Koreaveteraan de oplopende spanningen tussen Noord-Korea en de westerse landen? „Het is zorgelijk als mensen denken dat dit een buitje van voorbijgaande aard is.” Over de Noord-Koreaanse leider Kim Jong Un: „Die jongen heeft een grote mond en is niet voor rede vatbaar.”
De schermutselingen met de Noord-Koreanen staan luitenant-kolonel b.d. P. H. Hoevenaars (90) na 64 jaar nog helder voor de geest. „Als er makkers omkomen, grijpt je dat aan.”
Een groot rek aan de muur in de huiskamer van de oud-beroepsmilitair hangt vol antiek wapentuig. Er staan verhuisdozen, want de veteraan gaat kleiner wonen: hij tobt met zijn gezondheid, en zijn vrouw verblijft al meer dan drie jaar in een verpleeghuis. Hoevenaars is slecht ter been, gaat van dokter naar dokter. Maar de geest is helder, het geheugen scherp; volzin na volzin rolt door de kamer.
De straatnamen in de Amersfoortse wijk waar de luitenant-kolonel woont, kunnen hem dagelijks doen terugdenken aan Nederlands-Indië, waar hij in 1949 als dienstplichtige terechtkwam. Zaterdag kon hij niet naar de jaarlijkse herdenking in Roermond van omgekomen Indiëmilitairen. „Helaas. Ik ben er altijd een grote promotor van geweest. Ik juich het toe dat er zaterdag bij het Monument voor Vredesoperaties een Koreaplaquette is onthuld.”
Weerbaar volk
Terug in Nederland –1950– koos Hoevenaars voor een loopbaan in het leger. „Van huis uit voelde ik al voor het militaire leven. Het beviel me. Het doel van de krijgsmacht sprak me ook aan: niet toekijken, maar vrijheid is het waard ervoor te staan.”
Het is belangrijk dat een volk weerbaar is, zegt Hoevenaars. „In 1945 moesten vreemde troepen ons bevrijden, terwijl wij aan de kant met vlaggetjes stonden te zwaaien.”
Tijdens de oorlog was hij scholier, na de Bevrijding kwam hij in zijn geboorteplaats Valkenswaard op het gemeentehuis terecht. Daar werd het hem „heel duidelijk” dat dat niet zijn levensbestemming was.
Het werd dus een militaire carrière. „De straaljagers waren nieuw, en populair. Ik heb gepoogd bij dat onderdeel te komen, maar kwam door een stommiteit niet door de test.”
Internationaal conflict
De Korea-oorlog brak uit. Net als in Europa waren daar in 1945 twee bezettingszones ontstaan: een van de Sovjet-Unie, een van de Verenigde Staten. Noord-Korea deed in 1950 een hardhandige poging het land te herenigen, onder communistisch bewind welteverstaan. Op 25 juni stormden Noord-Koreaanse troepen Zuid-Korea binnen. Hoofdstad Seoul viel reeds de volgende dag.
De Veiligheidsraad van de VN veroordeelde de invasie en vroeg hulp voor de aangevallen republiek. De Amerikaanse president Truman gaf zijn strijdkrachten de opdracht in te grijpen, maar de communistische opmars leek niet te stuiten. Noord-Korea benutte de kans om snel een eind aan de oorlog te maken echter niet. De Zuid-Koreanen herstelden zich enigszins van de eerste schok en Amerika kreeg hulp van andere landen.
Op een ijzige herfstdag in 1950 vertrokken de eerste 636 vrijwilligers van het Nederlands Detachement Verenigde Naties (NDVN) met transportschip Zuiderkruis vanaf de Rotterdamse Wilhelminapier. Bestemming: een schiereiland in Oost-Azië waarvan ze nauwelijks wisten waar het lag.
Geen atoombom
Op 15 september voerden de VN-troepen een verrassingsaanval uit. Ze heroverden Seoul en sneden Noord-Koreaanse eenheden af van de hoofdmacht. De communisten werden teruggedreven.
China schoot Noord-Korea echter te hulp. „Opeens kwamen er 100.000 Chinezen”, zegt Hoevenaars. „Dat had de Amerikaanse inlichtingendienst niet zien aankomen. De communistische troepen dreven de Amerikanen naar het zuiden.”
De Nederlandse troepen, die nog volop aan het trainen waren, raakten nu bij de gevechten betrokken. „Het NDVN leed in het begin zware verliezen doordat het nog niet zo op de Amerikanen was ingespeeld. Later waren er veel minder slachtoffers.”
Een voorstel van de Amerikaanse bevelhebber MacArthur om de atoombom tegen China in te zetten, werd verworpen.
Nachtelijke aflossing
Er waren nieuwe vrijwilligers nodig, en in 1952 meldde ook Hoevenaars zich. Hij was tweede luitenant, en pelotonscommandant, net als in Indië. „Het is de mooiste tijd uit mijn loopbaan geweest: het waren gevechtsfuncties.” Later klom hij op naar staffuncties. Minder aantrekkelijk, maar weigeren was er niet bij.
Met zes collega’s vloog Hoevenaars naar Korea. „Iedereen ging per schip, maar door het sneuvelen van militairen en door ziekte was er voor sommige functies snel versterking nodig.”
De Nederlanders waren als vierde bataljon aan een Amerikaans regiment toegevoegd. De soldaten werden in een Amerikaans uniform gestoken en kregen een Amerikaans wapen. Ook militairen van andere nationaliteiten sloten zich aan. „We werkten heel goed samen.”
Het Nederlandse detachement nam deel aan de handhaving van de frontlinie. Het aflossen van de militairen gebeurde vaak ’s nachts, omdat het een zwak moment was waarvan de tegenstander gebruik zou kunnen maken, zegt Hoevenaars.
Slachtoffers
Naast kleine schermutselingen maakte hij ook een van de laatste veldslagen mee. „Die bij Nudae, een van de grote gevechten die op onze detachementsvlag zijn vermeld.”
In de nacht van 29 op 30 maart 1953 kwamen de VN-stellingen onder hevig vuur te liggen. „Op onze stelling meer dan honderd inslagen binnen vijf minuten. Onafgebroken ging het door. Alsof de heuvel explodeerde.”
De vijand probeerde op te rukken, maar de Nederlanders beten van zich af. Alles schoot wat schieten kon. Uiteindelijk kwam de melding: „Ze stoppen; ze gaan terug; ze sjouwen mensen mee.”” Ook de tweede aanvalsgolf werd afgeslagen.
„Zo’n periode vergeet je nooit. In ons peloton sneuvelden een Nederlander en een Koreaan. Omdat er te weinig Nederlandse vrijwilligers waren, was het detachement aangevuld met Koreanen. Toegewijde mannen. Een van hen, mijn oppasser, sneuvelde; dat vond ik heel erg.”
Opnieuw lag de frontlinie stil waar beide partijen elkaar in de houdgreep hielden. „De wapenstilstand begon zich af te tekenen, dus achteraf zijn er vraagtekens gezet bij de gevaarlijke patrouilles in niemandsland die we nog moesten uitvoeren.”
Toen op 27 juli 1953 de strijd voorbij was, had die 200.000 Zuid-Koreaanse militairen het leven gekost, 93.000 Amerikanen en 3400 soldaten uit andere VN-landen. Bij de tegenpartij –Noord-Korea en China– sneuvelden 1,6 miljoen militairen. Van de 13 miljoen Koreaanse burgers kwamen er 2 miljoen om. Officieel beëindigd is de oorlog nooit.
Als vorsten onthaald
Hoevenaars werd commandant van het regiment Huzaren van Boreel. Hij was luitenant-kolonel toen hij in 1985 op 58-jarige leeftijd afzwaaide. Het laatste jaar had hij leidinggegeven aan Nederlandse militairen in de Sinaï.
In Korea is hij nooit teruggeweest, in tegenstelling tot veel andere veteranen. „Die ondervonden daar weer de oude kameraadschap. Ze werden er als vorsten onthaald.”
De berichtgeving rond Korea is Hoevenaars na 1953 altijd blijven volgen. „Zuid-Korea is een land dat het nodige voor zijn eigen vrijheid doet en niet alles aan Amerika overlaat, zoals wij. Koreanen zijn sympathieke mensen, ze zijn beleefd, het is er veilig op straat.”
Buurman Noord-Korea zorgt echter voor onrust, dreigt naar Amerika, schiet raketten af, recht omhoog of zomaar over Japan heen. „Als Noord-Korea vasthoudend is, zal dit niet beperkt blijven tot een binnenbrand maar wordt het de tweede buitenbrand, net als wij in de jaren vijftig meemaakten”, vreest Hoevenaars. „Toen wist het Westen de zaak op het laatste moment in de hand te houden. Nu staat het er kennelijk slechter voor. Noord-Koreanen lijken bereid hun hachje te wagen.”
Oud Korea Strijders
In het bestuur van de Vereniging Oud Korea Strijders (VOKS) zitten nog twee veteranen. De andere vier bestuursleden, onder wie voorzitter, zijn zoon van een Koreaveteraan. Een van hen is de voorzitter, de Nunspeetse oud-wethouder P. P. G. Gommers.
Van de 240 leden die de vereniging nog heeft, hebben velen een broze gezondheid, zegt Gommers. „Slechts een enkeling is nog geen 85 jaar; velen zijn boven de 90. De afgelopen anderhalve maand zijn er zes overleden. Twee jaar geleden overleden er 53 in vijftien maanden tijd.”
Op 12 juni dit jaar overleed kolonel b.d. L. C. Schreuders (93), commandant tijdens de Koreaanse Oorlog. Hij was in 1977 medeoprichter van de VOKS. Jarenlang was hij secretaris, daarna tot 2010 voorzitter, tot zijn overlijden erevoorzitter. Zijn gelijknamige zoon is nu secretaris en vicevoorzitter.
Van de 3972 Nederlanders die er werden ingezet, kwamen er 123 om (veel meer dan alle slachtoffers van latere vredesmissies bij elkaar), drie vermisten meegerekend. Ze worden elk voorjaar bij de Oranjekazerne in Schaarsbergen herdacht.
Voor komend voorjaar staat een reis van veteranen en hun (klein)kinderen naar Zuid-Korea gepland.