CSFR-bundel: Op zoek naar vastheid in een tijd van verwarring
Veel mensen maken zich zorgen over de snelle veranderingen die zich voltrekken. Een bundel opstellen, uitgegeven door de CSFR, stelt de vraag: Wat geeft vastheid in een tijd van verwarring?
De samenleving verandert niet alleen door technische uitvindingen zoals de computer. Ook de rol van de overheid, van maatschappelijke instellingen, van het huwelijk, van de kerk en van het geloof verandert. Wat is nog vast en zeker? Welke rol kan een uitgewerkte levensbeschouwing vervullen?
De reformatorische studentenvereniging CSFR bestond vorig jaar 65 jaar en bracht de jubileumbundel ”Vast in verwarring” uit. Het eerste deel van de bundel gaat over de vraag wat er zo verwarrend is aan de tijd waarin we leven. Het tweede deel biedt aanzetten voor een overlevingsstrategie: Wat geeft vastheid te midden van de verwarring? Kortere bijdragen, die de langere afwisselen, leggen een directe relatie met het functioneren van de CSFR in het spanningsveld van verwarring en vastheid.
Toetssteen
De auteurs wijzen erop dat we ons in een verwarrende periode in de geschiedenis bevinden. De moderne tijd, gestempeld door de verlichting, kende de zekerheid dat de rede de laatste toetssteen voor de waarheid is. Die zekerheid kwam onder kritiek te staan van het zogeheten postmodernisme. Die denkrichting ontwikkelde zich langzamerhand vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw. Ze maakte zich steeds sterker naarmate het eind van de eeuw naderde.
Het effect van dit postmoderne denken is dat de grote levensbeschouwelijke stromingen sterk aan betekenis hebben ingeboet. De kracht van deze levensbeschouwingen was dat ze een samenhangende set van gedachten vormden. Met de teloorgang daarvan zijn de kaders voor een vaste structuur voor leven en samenleven voor een deel verdwenen. Zie bijvoorbeeld de lotgevallen van het huwelijk als vaste relatievorm.
In plaats van de omvattende kaders is er in de huidige tijd sprake van „vloeibare moderniteit.” Dat betekent dat alles voortdurend verandert en dat er geen vaste grenzen zijn. Tegelijkertijd is er sprake van „reflexieve moderniteit.” Dat betekent dat alles voortdurend aan kritische toetsing onderhevig is. Belijdende christenen moeten te midden van deze ontwikkelingen zoeken naar een nieuwe oriëntatie.
Uitwegen
Verschillende auteurs wijzen op vastheden en zekerheden die zich als onopgeefbaar bewijzen. Zo legt filosoof en theoloog Andries Visser in zijn bijdrage over de negentiende-eeuwse denker Kierkegaard de vinger bij de blijvende nood van het menselijk bestaan. Daarop wijst ook literatuurcriticus Tjerk de Reus als hij het boek ”Verloren zoon” van Bernlef bespreekt. Dit boek vertelt dat er in de confrontatie met de kaalheid en naaktheid van het bestaan een religieus verlangen ontstaat.
Die notie, dat wat er ook gebeurt, de mens in relatie tot God blijft staan, komt terug in de bijdrage van Arjan Plaisier, oud-scriba van de Protestantse Kerk in Nederland. Hij beschrijft wat de blijvende betekenis van de kerk is. Het is de gezagvolle verkondiging van het Woord die ons trekt tot voor Gods aangezicht. Herman Paul wijst er eveneens op dat geloofsvertrouwen en het groot maken van God wezenlijk zijn voor discipelschap in deze tijd. Hij doet dit door het werk van de Britse theoloog David Ford te bespreken.
Een ander onontwijkbare zekerheid blijft de noodzaak tot het maken van morele keuzes, waarbij we iets goed of kwaad noemen. Andries Visser beschrijft dit, opnieuw aan de hand van Kierkegaard. Gemakkelijk wordt op allerlei niveaus in de samenleving ontkend dat iets een moreel probleem is. Met de ontkenning daarvan zoeken we het in wetenschappelijke studies, in meer wet- en regelgeving en in het opstellen van protocollen. Maar daarmee ontwijken we de noodzaak om persoonlijk verantwoordelijkheid te dragen voor een morele keuze. Een dergelijke keuze vraagt om karakter. Op de noodzaak tot karaktervorming wijst ook Els van Dijk, directeur van de Evangelische Hogeschool, in haar bijdrage.
Levensbeschouwing
Een laatste suggestie voor het vinden van vastheid in onze verwarrende tijd komt van Robert van Putten, filosoof-bestuurskundige en mederedacteur van de bundel. Hij verdedigt terecht de opvatting dat levensbeschouwing „gidsend kan werken en de verwarring rond existentiële vragen kan kanaliseren.” Die levensbeschouwing is dan (volgens christenfilosoof Albert Wolters) „het geheel van iemands fundamentele geloofsopvattingen aangaande de werkelijkheid.” De reformatorische gezindte zou, sterker dan tot nu toe, wat zij gelooft voor allerlei maatschappelijke vraagstukken meer kunnen uitwerken. Nodig is te beschrijven wat het geloof in God, Zijn scheppend werk, de gevolgen van de zondeval en de reikwijdte van het verlossingswerk van Jezus Christus betekenen voor de manier waarop wij kijken naar de wereld om ons heen. Dit werk kan vervolgens leiden tot een uitgesproken positiebepaling op het gebied van onderwijs, opvoeding, psychologie, kennis, wetenschap en culturele uitingen.
De vraag hoe te oordelen over onderwijskundige vernieuwingen kan bijvoorbeeld vruchtbaarder gevoerd worden op basis van een levensbeschouwelijke vertaling van de reformatorische belijdenis. De Driestar hield in het verleden afstand van de kuyperiaanse, neogereformeerde dogmatische inzichten en levensbeschouwing. Dat is begrijpelijk, maar het ontbreken van een eigen levensbeschouwelijk kader leidde er mogelijk wel toe dat te gemakkelijk seculiere theorieën werden omarmd. Het boek ”Schepping zonder grens” van Wolters geeft wel een zinvol voorbeeld van de thema’s die behoren tot een christelijke, en ook reformatorische levensbeschouwing.
De CSFR, de redactie en de auteurs van de bundel verdienen een compliment voor deze uitgave. Het is een belangrijke handreiking voor belijdende christenen in Nederland om de eigen positie in deze tijd te doordenken.
Boekgegevens
”Vast in verwarring”, Robert van Putten & Nelleke Bleijenberg (red.); uitg. Brevier, Kampen, 2016; ISBN 978 94 915 8395 7; 160 blz.; € 16,95.