Dat heeft voorzitter Hennie Luten zaterdagochtend gezegd tijdens de opening van de tweede Stipwerkdag, die plaatshad in Museum Staphorst. Stipwerk is het bedrukken van kleurrijke patronen op klederdracht. Bezoekers konden zaterdag van alles zien over het stipwerk, de geschiedenis, de mogelijkheden. Er waren tal van demonstraties. Ook ging er een documentaire in première over Staphorster stipwerk. De film was gemaakt door de Amsterdamse Filmstichting in opdracht van Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland (KIEN). Hij is te zien in Museum Staphorst en op de websites van het museum en van KIEN.

Staphorster stipwerk beleeft sinds 2011 een opleving. Sinds het 200-jarig bestaan van de gemeente Staphorst zijn lokale couturiers bezig het oude ambacht nieuw leven in te blazen. Van oude stoffen maken ze couture en ze gebruiken de kleurrijke volkskunst op allerlei manieren. Zo is er kleding en behang met stipwerk. De modeshow ”Staphorst is hip”, waarin het gebruik van Staphorster stoffen en stipwerk centraal staat, reist momenteel door Noord-Nederland.

Ook internationale modeontwerpers gebruiken patronen die zijn geïnspireerd op Staphorster stipwerk. Zoals begin dit jaar John Galliano en vorig jaar de Belg Walter van Beirendonck.

Vier jaar geleden zag de Stichting Staphorster Stipwerk het levenslicht. Plaatsing op de internationale lijst van Unesco kan nog jaren duren. Volgens de stichting is dat belangrijk. „Op tal van andere plekken in de wereld wordt ook gestipt. Denk maar aan de kunst van aboriginals. Zo kunnen we een internationaal netwerk opbouwen van volkskunst in allerlei landen. Ook is een plek op de wereldlijst goed voor het toerisme”, legt Betty Hoogeveen, bestuurslid van de Stichting Staphorster Stipwerk, uit.

Stipwerk is geen Staphorster uitvinding. Het fenomeen dook al in de middeleeuwen op. Stoffenhandelaar Vloedgraven introduceerde het stipwerk begin vorige eeuw in Staphorst. Hij had het drukken afgekeken van Palthe in Twente. Wel zorgden de Staphorster vrouwen voor een eigen invulling van het bedrukken van textiel.