De consulent van Helpende Handen, de vereniging voor gehandicaptenzorg van de Gereformeerde Gemeenten, sprak zaterdag in Krimpen aan den IJssel op de jaarvergadering van de Bond van Zondagsscholen van de Gereformeerde Gemeenten.

Een zondagsschoolgroep bestaat uit allemaal verschillende kinderen, zei Van Hell. „Dit verschil mag er zijn. Zowel wat betreft de kinderen met gedragsproblemen als ook bij leidinggevenden.” Een kind is door God geschapen met eigen talenten en is uniek, aldus Van Hell. Volgens haar is het van belang dat leidinggevenden proberen er achter te komen wat de hulpvraag is achter bepaald gedrag. „Een lastig kind is een kind dat een last draagt.”

Een zondagsschoolleider moet kinderen daarom proberen te peilen, aldus Van Hell. „Wat doet een kind, of niet, en hoe kijk je ernaar? Zit het bij voorbeeld graag op dezelfde plek, naast de leidinggevende of naast andere kinderen? Bedenk ook dat jongens en meisjes verschillend zijn. Ook de kalenderleeftijd zegt niet alles over de ontwikkelingsleeftijd. Heeft een kind een diagnose, bijvoorbeeld autisme of ADHD.? Houd rekening met de omstandigheden in het persoonlijk leven van een kind. Voelt het zich veilig en op zijn gemak op de zondagsschool?”

Van Hell wees erop hoe Jezus ook met innerlijke ontferming bewogen was. Hij zag in elk mens een schepsel met een ziel. „Kennen wij die bewogenheid ook in onze omgang met de kinderen?”

Als oorzaken achter een lastig gedrag noemde ze onduidelijkheid en overprikkeling. Bij ieder mens wordt door de eigen omstandigheden een ‘emmertje’ gevuld. Zowel onduidelijkheid of overprikkeling kan de druppel zijn die het gedragsemmertje doet overlopen. Zo hebben kinderen met autisme vaak moeite met sociale aspecten van het leven. „Leg probleemgedrag niet onder een vergrootglas. Wees je ervan bewust hoe je voor een groep staat. Verdiep je in het onderwerp en leer kinderen eerbiedig te luisteren naar het Woord van God.” Verder drukte Van Hell de leidinggevenden op het hart dat er gebed nodig is voor het zondagsschoolwerk. „Bid om Zijn zegen en vergeet jezelf ziet.”

In zijn openingswoord stond bondsvoorzitter ds. A. Schot stil bij 1 Johannes 3:4, waar de apostel aan Gajus schrijft dat hij geen meerdere blijdschap heeft dan hij hoort dat zijn kinderen in de waarheid wandelen. Zijn hoogste blijdschap is in de grondtaal een dubbele overtreffende trap. In die kinderen komt het werk van de Heere openbaar. „Mag dat ook zo zijn bij de kinderen die aan uw zorgen op de zondagsschool zijn toevertrouwd?”, aldus ds. Schot. „Het is niet vanzelfsprekend dat kinderen in de waarheid wandelen. Dit is immers meer dan uiterlijk in het spoor gaan. Hoorden we maar meer dat dit wel zo is. Het werk van de Heere komt in de wandel, in de vruchten openbaar. Anderzijds, is het onze diepste smart als onze kinderen niet in de waarheid wandelen?”