Luchtverdediging lijkt een gatenkaas
De luchtverdediging van Nederland en de NAVO vertoont overeenkomsten met een gatenkaas. Om de problemen het hoofd te bieden, slaan het Nederlandse en het Duitse leger de handen ineen. Nederland krijgt het bevel over een Duitse eenheid van 300 man.
De handtekeningen zijn gezet. De hoogste baas van het Nederlandse leger, generaal Tom Middendorp, en zijn Duitse collega, Volker Wieker, tekenden dinsdag een overeenkomst waarbij Nederland en Duitsland een deel van de luchtverdediging integreren.
Een belangrijke stap, zegt Middendorp. „We zien dat niet alleen landen, maar ook terroristische organisaties en lokale machthebbers in onstabiele regio’s steeds gemakkelijker toegang krijgen tot allerlei raketsystemen.” De viersterrengeneraal wil „opgewassen” zijn tegen deze dreiging.
Het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigings Commando (DGLC) stuurt vanaf dinsdag de Duitse eenheid voor de luchtverdediging op de korte afstand aan. De Duitse militairen blijven daarbij gelegerd in Todendorf, onder de rook van Hamburg. Voertaal op de werkvloer is Duits, voertaal van de staf Engels.
Nederland en Duitsland werken al samen bij de inzet van Patriotafweersystemen tegen ballistische raketten. Sinds eind vorig jaar staat een Duits-Nederlandse eenheid paraat. Tijdens een gezamenlijke oefening op Kreta hebben beide landen vorig jaar zestien Patriots gelanceerd.
Dreiging
De Duits-Nederlandse samenwerking gaat ver. Het DGLC is de vijfde eenheid die intensief optrekt met Duitsland. De Luchtmobiele Brigade staat onder bevel van de Duitse Division Schnelle Kräfte, terwijl de Koninklijke Marine het Duitse Seebataillon aanstuurt.
De 43 Gemechaniseerde Brigade valt onder de Duitse Eerste Pantserdivisie, waarbij Nederland kan beschikken over achttien Duitse tanks. Duitsland en Nederland werken –sinds 1995– nauw samen in het Duits-Nederlandse Legerkorps. Tot tevredenheid.
De nieuwe intensieve Duits-Nederlandse samenwerking is geen overbodige luxe. Versterking van de luchtverdediging is noodzakelijk. De dreiging van Rusland, Noord-Korea, China en van terreurgroepen als IS en al-Qaida neemt toe. Kwalitatief én kwantitatief.
De luchtverdediging van Nederland en de NAVO lijkt een gatenkaas. De huidige luchtverdedigingssystemen zijn onvoldoende opgewassen tegen de nieuwe generatie stealth vliegtuigen die nauwelijks zichtbaar zijn op de radar. Verder schiet het bereik van de luchtverdediging tekort, terwijl een afdoende antwoord op artilleriedreiging ontbreekt.
De grootste, nieuwe bedreiging vormen bewapende (mini)drones. De huidige radarsystemen zijn niet of nauwelijks in staat om deze onbemande toestellen te signaleren door hun lage snelheid, lage vlieghoogte en lage detecteerbaarheid.
De NAVO heeft onvoldoende en sterk verouderde systemen, zegt kolonel Peter Gielen, commandant van het luchtverdedigingscommando DGLC in de Militaire Spectator. „Investeren in de vergroting en verbetering van de grondgebonden luchtverdedigingscapaciteit is noodzakelijk.”
De jarenlange bezuinigingen op defensie eisen hun tol. De Nederlandse luchtverdediging maakte enkele decennia geleden nog deel uit van een geavanceerde NAVO-verdedigingsgordel van Noord- tot Zuid-Europa. De gordel is door geldgebrek ontmanteld.
Nederland heeft vijf jaar geleden, onder druk van bezuinigingen, de luchtverdediging van landmacht en luchtmacht samengevoegd, waarbij de capaciteit van de landmacht is gehalveerd en het aantal Patriotsystemen is teruggebracht van vier naar drie batterijen.
Robuust
„Waar elke landmachteenheid en vliegbasis kon vertrouwen op een eigen robuuste en gelaagde luchtverdedigingscapaciteit, is Nederland niet meer in staan om meer dan één eenheid van lucht- en raketverdediging te voorzien”, constateert luitenant-kolonel Frank Zwarts van de Koninklijke Luchtmacht in de Spectator.
Vrijheid is niet gratis, luchtverdediging duur, defensiebudgetten krap. Verschillende landen slaan daarom steeds vaker de handen ineen. Noodgedwongen.