Een Europese Unie van twee snelheden
Europa staat op een kruispunt. Doormodderen, intensievere samenwerking of toch een uiteenvallen van de Unie? Na de Duitse verkiezingen zullen er stappen gezet worden.
Hoe snel kan het gaan? Nog dit voorjaar vreesden velen dat door ongunstige verkiezingsuitslagen de bodem onder de Europese Unie zou wegvallen. Hier in Nederland wisten we wel dat de eurosceptische PVV niet in het volgende kabinet zou komen –in het buitenland was men daar banger voor– maar de presidentsverkiezingen in Frankrijk konden heel goed resulteren in de verkiezing van een staatshoofd dat haar land zo snel mogelijk uit de EU wilde loodsen. En als Frankrijk daarop aan zou sturen, nadat eerder de Britten hiervoor kozen, zou na bijna zeventig jaar het Europese project ten grave kunnen worden gedragen.
Zo ver kwam het niet. De Fransen kozen een president die vóór Europese samenwerking is. Daar, maar ook in Nederland en andere landen, is de euroscepsis op zijn retour. Het gaat goed met de economie, waardoor de onvrede afneemt. We zien hoe de Britten worstelen met de brexit, terwijl hun economie achterblijft bij die van de eurolanden. Maar de grootste bijdrage aan de afnemende populariteit van de anti-Europese partijen leverde de nieuwe bewoner van het Witte Huis. De populistische president van de VS, die de Britten feliciteerde met hun uittreden en zich een fan van Marine Le Pen toonde, voedde de angst bij veel Europeanen voor de gevolgen van het aantreden van soortgelijke machthebbers in de Europese hoofdsteden.
De opiniepeilingen geven aan dat bij de Duitse parlementsverkiezingen in september de AfD geen potten zal breken. In Italië, waar volgend jaar verkiezingen worden gehouden, is de eurosceptische Vijfsterrenbeweging eveneens op zijn retour.
De Adviesraad Internationale Vraagstukken kwam eerder deze maand met soortgelijke conclusies. Uit onderzoek dat de raad op verzoek van het kabinet heeft uitgevoerd, blijkt dat de bevolking van de eurolanden weer positiever is over de euro. Maar de adviseurs waarschuwen tevens dat de muntunie onvoldoende slagvaardig is om een nieuwe crisis op te vangen en dat de economieën uit elkaar groeien. De eurolanden doen er, zo luidt het advies, goed aan om nauwer samen te werken. Tegelijkertijd moeten zij er rekening mee houden dat landen uit de muntunie zullen stappen.
Dit advies deed mij terugdenken aan een studie van de Rabobank, die in februari vier scenario’s schetste. In het doormodderscenario blijven de EU en de eurozone bestaan, maar nemen de fricties tussen de landen toe, wat ten koste gaat van de welvaart. Een tweede scenario gaat uit van meer samenwerking, waardoor problemen krachtig en gezamenlijk worden opgelost. Dit is positief voor de economie en de werkloosheid daalt. Het derde scenario, waarbij de eurozone en de EU al snel uiteenvallen, lijkt voorlopig niet meer aan de orde. Gelukkig maar, want dit zou volgens de Rabo-studie grote gevolgen hebben. Afnemende economische groei, stijgende werkloosheid en een financiële crisis zijn slechts enkele van de nare vooruitzichten die worden geschetst.
Het vierde scenario is het interessantst, omdat het steeds meer die kant op lijkt te gaan. Hierin ontstaat een Europa van twee snelheden, waarbij de harde kern de samenwerking intensiveert, terwijl andere landen de muntunie verlaten maar wel toegang houden tot de interne markt. De Rabobank denkt aan het uittreden van met name Zuid-Europese landen. Dit laatste lijkt me weinig realistisch, al was het maar omdat deze daar weinig baat bij hebben en dan toch liever de soms pijnlijke hervormingen zullen doorvoeren die nodig zijn om bij de harde kern te blijven behoren.
Maar een Europese Unie van twee snelheden waarbij de eurolanden in West-Europa politiek, economisch en zelfs militair sterker samenwerken, terwijl de EU juist een bescheidener rol gaat spelen voor de landen die dat niet willen (denk aan Polen en Hongarije met hun eurosceptische regeringen) of niet kunnen (Griekenland en de meeste overige Oost-Europese lidstaten), is geen onrealistisch en misschien wel wenselijk vooruitzicht.
Na de Duitse verkiezingen in september zullen Frankrijk en Duitsland samen ongetwijfeld stappen gaan zetten. Het zou mij niets verbazen als deze uiteindelijk leiden tot een Europese Unie van twee snelheden.
De auteur schrijft op freelancebasis over ontwikkelingen in de wereldeconomie.