Geestelijke oefening
Mattheüs 13:30a
„Laat ze beide tezamen opwassen tot de oogst.”
Jezus zegt: U moet beide tot de oogst laten wassen, opdat zij in hun domheid, anderen ook in hun boosheid, niet de tarwe met het onkruid, dat is de goeden met de bozen, tezamen verderven. Want Hij Die Zich niet vergissen kan, zal op de oordeelsdag Zijn engelen als de rechtvaardige Rechter zeggen dat zij het onkruid in busselen binden. De bozen: hun benen en armen worden gebonden en zij worden in de duisternis geworpen; maar de wijzen, dat zijn alle uitverkorenen, worden in de schuur van de hemelse vreugde bijeenvergaderd. Sla er acht op dat ook het onkruid op een bepaalde wijze nuttig is voor de tarwe. Het onkruid gaat een verbinding aan met de halmen zodat zij beter tegen de wind bestand zijn, opdat de tarwe niet neergeslagen wordt, zoals de wind de tarwe zou neerslaan als het onkruid er niet zou zijn. In het begin lijkt het onkruid op de tarwe, dan zou het uitrukken van het onkruid schadelijk zijn wanneer bij het uitrukken de tarwe vertreden zou worden. Zo zijn de bozen wanneer zij enigermate onder de goeden uitgezaaid zijn, toch een beetje dienstbaar aan het verkrijgen van de grote beloning, en zij strekken tegelijk tot een oefening in de geestelijke strijd. Want als er geen bozen de goeden in de weg stonden, zouden de goeden geen verzoeking meemaken en ook geen grote strijd.
Johannes Hus,
predikant te Praag
(”Gelijkenis van de tarwe en het onkruid”, 1414)