Beleggen in een vakantiewoning: doen of niet?
De spaarrentes zijn minimaal, terwijl volgens het CBS Nederlanders in totaal 340 miljard euro op spaarrekeningen hebben staan. Commerciële partijen beschouwen dit als ‘dood’ kapitaal. Geld moet rollen.
Beleggen in een vakantiehuis kan een alternatief zijn voor sparen. Veel leuker en concreter dan beleggen in abstracte, risicovolle aandelen. En als je het ook nog eens goed verhuurt, kun je leuke rendementen behalen.
Maar is het echt wel zo slim om te investeren in een vakantiewoning? Wat zijn de fiscale, juridische, financiële en praktische consequenties? Persoonlijk sta ik er zeer terughoudend tegenover. Ik durf te stellen dat veel mensen beter hun geld ‘dood’ op de spaarrekening kunnen laten staan. De vakantiewoningmarkt kent namelijk veel haken en ogen.
Denk allereerst goed na over een paar basisvragen. Wil je het vakantiehuis zelf gebruiken of verhuren als beleggingspand? Wil je kopen in Nederland of in het buitenland? Koop je met eigen geld of wil je het financieren?
Ik sprak laatst iemand die structureel jaarlijks geld toelegde op zijn vakantiewoning. Uiteraard had hij wel inkomsten uit verhuur, maar hij was meer kwijt aan parkkosten, onderhoud en verzekering. Het park was inmiddels minder populair geworden en het was de vraag of hij na tien jaar bij verkoop nog hetzelfde voor zijn woning zou krijgen als hij ervoor betaald had.
Zijn vergoelijkende reactie was dat hij toch al die jaren plezier van de woning had gehad. Dit kan een goed uitgangspunt zijn, maar zijn doel was dat het een belegging zou zijn die rendement opleverde. Daarnaast gaf hij toe dat hij het minder leuk bleek te vinden om elke vakantie veroordeeld te zijn tot hetzelfde park.
Folders beloven doorgaans mooiere rendementen dan de werkelijkheid oplevert. Ze gaan uit van vrijwel permanente verhuur, terwijl er in werkelijkheid regelmatig sprake is van leegstand. Je kunt de verhuur uitbesteden, maar dat gaat natuurlijk ten koste van het rendement. Er zijn parken die de eerste jaren garantie geven op een minimaal rendement, maar wat gebeurt er daarna?
Vaak is het rendement een brutorendement en soms zit er ook nog een waardestijging in verwerkt. Gemiddeld stijgt de waarde van vastgoed, maar een individueel park of vakantiehuis veroudert sneller dan een reguliere woning, doordat de eisen van vakantiegangers snel veranderen. Wat tien jaar geleden trendy was, is dat nu niet meer. Regio’s of locaties kunnen in populariteit afnemen. Verder verminderen ook onderhoudskosten, kosten van nutsvoorzieningen en afschrijving op huis en inrichting het rendement.
Daarnaast worden de opbrengsten lager vanwege de fiscale belastingdruk in box 3. Ook zaken als onroerendezaakbelasting, waterschapsbelasting en verzekeringen drukken het rendement.
Datzelfde geldt voor geleend geld. Het beleid van de meeste banken is om geen vakantiewoningen te financieren. Dit heeft vooral te maken met genoemde onzekerheden. Veel adviseurs raden aan een krediet af te sluiten of de overwaarde van de bestaande woning te benutten. In dat laatste geval kun je wel bij de meeste banken terecht. Alleen is er dan geen financiering op de vakantiewoning gevestigd, maar op de eigen woning. Het forse nadeel hiervan is dat je bij verhuizen fors beperkt kunt worden in je mogelijkheden.
Overweeg dus serieus of je je spaargeld wel moet willen ‘blokkeren’ in een risicovolle recreatiewoning.
De auteur is Master of Financial Planning. Reageren? financieel@refdag.nl