Premier overtuigt in fel banendebat
Minister-president Balkenende is gisteravond in een debat over de snel stijgende werkloosheid tegenover een eensgezinde oppositie geen moment in problemen gekomen.
Fier verdedigde hij het kabinetsbeleid tegenover de zijns inziens „teleurstellende en ouderwetse” alternatieven van PvdA en GroenLinks.
Zelden zal de kloof tussen links en rechts in de Nederlandse politiek zo voelbaar zijn geweest als woensdagavond. Honderdduizend extra werklozen per jaar sinds het aantreden van het eerste kabinet-Balkenende, 14.000 gemiddeld in de afgelopen maanden - reden voor de oppositie om het kabinet keiharde verwijten te maken.
Want dat stelt structureel de verkeerde prioriteiten, klaagde PvdA-leider Bos, die zich vorige week al bekreunde over het bewust kapotmaken van de solidariteit. Het kabinet voert „helemaal geen werkgelegenheidsbeleid”, meende zijn GroenLinks-collega Halsema. Bovendien schetst het bewust keer op keer een economisch spookbeeld om het eigen asociale bezuinigingsbeleid door te drukken, vond SP-voorman Marijnissen.
Steun kreeg de linkse oppositie van LPF en ChristenUnie. Volgens LPF-kamerlid Van As laat het kabinet zich er veel te weinig aan gelegen liggen de economie samen met de vakbonden vlot te trekken. CU-leider Rouvoet zei in het beleid het „gevoel van urgentie” te missen. Bovendien: „Het lijkt erop alsof het kabinet meer geïnteresseerd is in werkgelegenheid als bron van belastinginkomsten dan dat het om de mensen gaat.”
De SGP was van de oppositiepartijen het minst fel. Partijleider Van der Vlies vroeg nadrukkelijk aandacht voor de gebruikelijke conjunctuurslinger. Die bepaalt dat extra werkgelegenheid altijd met enkele jaren vertraging volgt op economische groei. Wel stelde hij de vraag of het kabinet niet te veel mensen gelijk aan het werk wil zetten. De SGP concentreert het beleid liever op gehandicapten, jongeren en allochtonen, en minder op ouderen en vrouwen.
De coalitiepartijen CDA, VVD en D66 keerden zich zonder uitzondering scherp tegen de aanvallen van de oppositie. Vooral de alternatieven voor het kabinetsbeleid, ingebracht door PvdA en GroenLinks, moesten het ontgelden. Beide partijen willen extra banen scheppen door werkgevers via een belastingkorting te belonen voor het in dienst nemen van werklozen. „Subsidiebanen”, schamperde CDA-vice-fractievoorzitter Verburg.
D66-leider Dittrich sprak van „mooi klinkende maatregelen, maar geen structurele oplossingen.” Volgens VVD-kamerlid Blok doen PvdA en GroenLinks niets aan het wezenlijke probleem van de Nederlandse economie, namelijk de hoge loonkosten in vergelijking met het buitenland. Blok streek de linkse oppositie nog eens tegen de haren in met een voorstel om ten behoeve van de werkgelegenheid het wettelijk minimumloon tijdelijk te verlagen.
Vrij laat in de avond kwam premier Balkenende aan het woord. Hij oversteeg het gekissebis tussen coalitie en oppositie met een stevig betoog over de noodzaak van het huidige beleid. Dat is vooral gericht op de toekomst: op de vergrijzing, de betaalbaarheid van de verzorgingsstaat, de concurrentiekracht van de economie. De alternatieven van PvdA en GroenLinks klinken redelijk voor de korte termijn, maar zetten op de lange termijn geen zoden aan de dijk.
De premier beloofde nog wel de exacte arbeidsmarkteffecten van de voorstellen van PvdA en GroenLinks te laten doorrekenen. Tegelijk maakte hij echter duidelijk dat het kabinet onverdroten doorgaat met het hervormingsbeleid dat het zelf als absoluut noodzakelijk beschouwt. Het zal zich daarbij niet laten inpalmen door ouderwetse alternatieven.