Boijmans mag kunstwerken houden
De erfgenamen van de Duitse kunstverzamelaar Franz Koenigs zijn niet de eigenaren van de kunstwerken die deel uitmaken van de zogenoemde Koenigscollectie in museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam. De rechtbank in Rotterdam bepaalde woensdag dat de vorderingen van de erfgenamen gebaseerd zijn op veronderstellingen en onvoldoende feitelijk worden ondersteund.
Volgens de claim van de erven zou het museum honderden tekeningen moeten teruggeven. Het gaat om werken van onder anderen Rembrandt, Dürer en Fra Bartolommeo, de Italiaanse kunstenaar-monnik. De kwestie was of Boijmans de werken in 1935 in bruikleen ontving of dat het museum ze uiteindelijk kreeg. De rechtbank oordeelde woensdag dus het laatste.
Koenigs gaf in 1935 honderden tekeningen in bruikleen aan het museum Boijmans. Vervolgens heeft hij het eigendom van de werken in 1940 overgedaan aan de N.V. Bankierskantoor Lisser & Rosenkranz. Daarmee loste hij een schuld af die hij had bij die bank. Daarna heeft ondernemer en verzamelaar Daniël van Beuningen de werken gekocht en geschonken aan het museum.
Franz Koenigs was een van oorsprong Duitse bankier en verzamelaar wiens collectie nu een belangrijke plaats inneemt in het museum. Zijn jongste zoon Wilhelm Otto Koenigs (1926-2009) was lang bestuurslid van de Stichting Museum Boijmans Van Beuningen.
Franz Koenigs bouwde zijn collectie op tussen 1920 en 1935. Hij verzamelde 2671 tekeningen en vijftig schilderijen, stuk voor stuk meesterwerken uit de veertiende tot met met de negentiende eeuw. Door financiële tegenslag zag Koenigs zich gedwongen zijn collectie vanaf 1931 te gebruiken als zekerstelling voor een banklening.
Boijmans-directeur Sjarel Ex hoopt dat de afwijzing van woensdag „het slot inluidt van een lange reeks inmiddels afgewezen eigendomsclaims op de tekeningencollectie Koenigs. We vinden het echt tijd geworden dat dit tijdrovende en belastende proces tot een beheerst einde komt.”