Emigratie in Israël uit taboesfeer
In 2015 verlieten voor het eerst sinds 2009 meer Israëliërs het land dan er terugkeerden. Dat blijkt uit cijfers die het Israëlische Centraal Bureau voor Statistiek recent heeft gepubliceerd.
In 2015 gingen ruim 16.700 Israëliërs voor minstens een jaar het land uit, terwijl 8500 terugkeerden na minstens een jaar over de grens te hebben vertoefd.
Het grootste deel (95 procent) van de burgers die het land verliet, waren Joden. Van hen waren iets meer dan de helft in het buitenland geboren. De landverlaters waren gemiddeld ruim 27 jaar oud.
Onder de terugkeerders waren 8000 Joden en 500 niet-Joden. De gemiddelde leeftijd van de repatrianten was bijna 30 jaar. Twee derde deel van de teruggekeerden verbleef relatief kort in het buitenland, namelijk minder dan drie jaar.
Het CBS heeft de cijfers over 2016 nog niet bekendgemaakt. Het bureau kan namelijk pas in 2018 zien hoeveel Israëliërs minstens een jaar wegbleven.
Ook liet het CBS weten dat in de periode tussen 1948 en 2015 in totaal 720.000 Israëliërs het land hebben verlaten en niet terugkeerden.
Groei
Ondanks de emigratie groeit de bevolking van Israël snel. In de periode tussen 1948 en april dit jaar groeide de bevolking tienvoudig, namelijk van 806.000 inwoners in 1948 naar 8,6 miljoen.
De bevolkingsgroei is te danken aan de immigratie en geboorten. De gezinnen in Israël zijn met gemiddeld ruim drie kinderen groter dan in de meeste landen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, een samenwerkingsverband van 35 landen om het economisch beleid te bevorderen.
Tussen de Onafhankelijkheidsdagen in het voorjaar van 2016 en 2017 nam Israëls bevolking met 159.000 personen toe. Dat is een groei van bijna 2 procent. In deze periode zagen 174.00 kinderen het levenslicht en arriveerden 30.000 immigranten, terwijl er 44.000 inwoners overleden.
Het CBS maakte in april ook bekend dat 89 procent van de personen die ouder waren dan 20 tevreden zijn met het leven. Van de bewoners is 59 procent tevreden over de financiële situatie.
Berlijn
Toch vertrekken er ook veel mensen. Lange tijd gold het als ongepast om over emigratie te praten. Tegenwoordig hoeft niemand zich meer te schamen. In 2014 leken de meeste Israëliërs te accepteren dat bijvoorbeeld 10.000 landgenoten in Berlijn wonen en leven. Uit onderzoek van Kanaal 2 van de Israëlische televisie in september 2014 bleek dat 30 procent van de Israëliërs overweegt het land te verlaten als ze de kans zouden hebben.
Over de redenen van landverlating is in 2014 veel gepubliceerd in de Israëlische media, naar aanleiding van berichten over de groeiende Israëlische gemeenschap in Berlijn. Naor Narkis, een ontwikkelaar van mobiele apps, begon een Facebookcampagne om Israëliërs aan te moedigen naar Duitsland te vertrekken. Hij wilde de regering daarmee dwingen iets te doen aan de torenhoge woonlasten in de Israëlische steden.
Arthur Pacelet, die de emigratie van Joden onderzocht voor zijn studie politicologie, wees er in de krant Haaretz op dat er in Israël een gevoel van scheiding bestaat tussen de middenklasse en de politiek. Politici worden beschuldigd van corruptie, mede vanwege de goede banden tussen economische magnaten en politici. Als redenen van vertrek noemde hij daarnaast de onmogelijkheid om geld te sparen, de onzekere werkcontracten, de lange werkdagen, de terreuraanslagen en de oorlogen. Mensen offeren door de dienstplicht veel op, en krijgen er te weinig voor terug.
Veiligheidsapparaat
De geëmigreerde Boaz Arad schreef in Haaretz dat de financiële problemen die hij ondervond niet de reden waren van zijn vertrek. Hij zag voor zichzelf geen toekomst in Israël, omdat de regering niet het belang van de gewone man zou dienen.
Bijna alles zou worden opgeofferd aan het veiligheidsapparaat van de staat en gespendeerd aan allerlei belangengroepen zonder duidelijke link met de doorsneebevolking. Achter die politiek zit volgens hem „een ideologie die ernaar streeft dat de Joden zich vestigen in het hele gebied tussen de Jordaan en de zee.”