Archeologen vinden botresten in VOC-wrak
Archeologen hebben voor de kust van Zuid-Engeland in een Nederlands scheepswrak uit de achttiende eeuw botresten gevonden. Het gebeurt zelden dat resten van opvarenden uit die tijd boven water komen, schrijft de krant The Telegraph. Het menselijk materiaal wordt geborgen en er zijn plannen om DNA af te nemen om te kijken of er vandaag de dag nog nabestaanden van de slachtoffers zijn.
De Rooswijk, een schip van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC), verging in januari 1740 bij Ramsgate in slecht weer. Het was pas de tweede tocht van de Rooswijk. Het zeilschip was onderweg naar Batavia, het tegenwoordige Jakarta, en had zo’n 250 opvarenden aan boord. Naast de bemanning waren er ook passagiers, soldaten, vrouwen en kinderen aan boord.
Ook zijn drie kisten ontdekt met daarin vermoedelijk zilveren staven. Voordat deze kisten hun geheimen prijsgeven worden ze eerst onderzocht met röntgenapparatuur. Het schip was onderweg naar Batavia om peper, nootmuskaat en porselein te kopen.
Onderzoekers vonden ook persoonlijke spullen die een beeld geven van het dagelijks leven aan boord. Het gaat om zaken als leren schoenen, messen, riemgespen en tinnen kruiken. Al deze spullen gaan naar Nederland, als eigenaar van het wrak, hoewel de Britten hopen ook wat in eigen land te kunnen tentoonstellen.
Een duiker ontdekte het wrak in 2005 en sindsdien wordt het onderzocht. De archeologen moeten haast maken omdat het wrak wordt bedreigd door een zeeworm die uit de Middellandse Zee naar noordelijke wateren oprukt. Daarnaast is door het verschuiven van zandbanken de romp vrijgekomen, waardoor deze door lucht en het zoute water wordt aangetast.