Volgens Dijsselbloem was er de afgelopen tijd over de kwestie „een iets te opgewonden sfeer ontstaan” en zijn er „te grote woorden gebruikt”. Eerder dreigde vicepremier en PvdA-leider Lodewijk Asscher dat de PvdA-ministers de begroting niet zullen tekenen als er geen extra geld komt voor onderwijzerssalarissen. Premier Mark Rutte en andere VVD-kopstukken reageerden daar negatief op. Rutte zei teleurgesteld te zijn door de uitlatingen van Asscher.

De VVD vindt dat niet het demissionaire kabinet de beslissing moet nemen over de lerarensalarissen, maar dat dit een zaak is voor de partijen die onderhandelen over de vorming van een nieuw kabinet. De PvdA maakt hier geen deel van uit.

Toch laat ook VVD-onderhandelaar en fractievoorzitter Halbe Zijlstra wat ruimte. Volgens hem is voor zijn partij nog niet duidelijk wat de PvdA precies wil. Maandag wordt daar volgens hem pas voor het eerst over gesproken. Of het huidige kabinet een substantieel bedrag kan uittrekken voor de leraren, beantwoordt Zijlstra met: „een demissionair kabinet heeft weinig speelruimte. Geld wordt aan de formerende tafel besproken”.

Hij wil daarom eerst kijken waar de PvdA mee komt. „Als het rekening houdt met de formatie, dan komen wij als VVD niet in een hele rare positie terecht en dan zijn wij altijd bereid om realistisch te praten.”