Het hoogste bestuursrechtscollege draagt de bewindsvrouw op te onderzoeken of een Afghaanse en Iraanse asielzoeker alsnog in aanmerking kunnen komen voor een verblijfsvergunning. Verdonk weigerde eerder de ex–officier van de Afghaanse veiligheidsdienst en het voormalig lid van de Iraanse veiligheidsdienst een vluchtelingenstatus, omdat zij in hun landen vermoedelijk misdaden tegen de mensheid hebben begaan. Tegelijkertijd is duidelijk dat zij op basis van het Europese mensenrechtenverdrag niet naar Afghanistan en Iran kunnen terugkeren. Ze zijn in hun land van herkomst hun leven niet zeker.

De Raad van State vindt dat Verdonk het niet kan maken om met de armen over elkaar te gaan zitten en deze categorie asielzoekers zonder enige juridische status in een niemandsland te laten hangen. In ieder geval zal de minister een op deugdelijk onderzoek gebaseerde keuze moeten maken.